Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. ontheiligend:
  2. ontheiligen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontheiligend (Nederlands) in het Frans

ontheiligend:

ontheiligend bijvoeglijk naamwoord

  1. ontheiligend (godslasterend; profaan; godslasterlijk; blasfemisch)
    blasphématoire; profane

Vertaal Matrix voor ontheiligend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
profane buitenstaander; leek; oningewijde; outsider
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blasphématoire blasfemisch; godslasterend; godslasterlijk; ontheiligend; profaan
profane blasfemisch; godslasterend; godslasterlijk; ontheiligend; profaan aards; onheilig; profaan; seculair; wereldlijk; werelds

ontheiligen:

ontheiligen werkwoord (ontheilig, ontheiligt, ontheiligde, ontheiligden, ontheiligd)

  1. ontheiligen (schenden; ontwijden)
    violer; profaner; calomnier; diffamer
    • violer werkwoord (viole, violes, violons, violez, )
    • profaner werkwoord (profane, profanes, profanons, profanez, )
    • calomnier werkwoord (calomnie, calomnies, calomnions, calomniez, )
    • diffamer werkwoord (diffame, diffames, diffamons, diffamez, )

Conjugations for ontheiligen:

o.t.t.
  1. ontheilig
  2. ontheiligt
  3. ontheiligt
  4. ontheiligen
  5. ontheiligen
  6. ontheiligen
o.v.t.
  1. ontheiligde
  2. ontheiligde
  3. ontheiligde
  4. ontheiligden
  5. ontheiligden
  6. ontheiligden
v.t.t.
  1. heb ontheiligd
  2. hebt ontheiligd
  3. heeft ontheiligd
  4. hebben ontheiligd
  5. hebben ontheiligd
  6. hebben ontheiligd
v.v.t.
  1. had ontheiligd
  2. had ontheiligd
  3. had ontheiligd
  4. hadden ontheiligd
  5. hadden ontheiligd
  6. hadden ontheiligd
o.t.t.t.
  1. zal ontheiligen
  2. zult ontheiligen
  3. zal ontheiligen
  4. zullen ontheiligen
  5. zullen ontheiligen
  6. zullen ontheiligen
o.v.t.t.
  1. zou ontheiligen
  2. zou ontheiligen
  3. zou ontheiligen
  4. zouden ontheiligen
  5. zouden ontheiligen
  6. zouden ontheiligen
diversen
  1. ontheilig!
  2. ontheiligt!
  3. ontheiligd
  4. ontheiligend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ontheiligen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
calomnier ontheiligen; ontwijden; schenden belasteren; beschimpen; honen; kwaadspreken; lasteren; roddelen; smaden; verguizen; zwart kleuren; zwartmaken
diffamer ontheiligen; ontwijden; schenden belasteren; beschimpen; honen; kwaadspreken; lasteren; onteren; ontwijden; smaden; verguizen; zwart kleuren; zwartmaken
profaner ontheiligen; ontwijden; schenden
violer ontheiligen; ontwijden; schenden aanranden; handelen in strijd met; onteren; ontwijden; verkrachten

Wiktionary: ontheiligen


Cross Translation:
FromToVia
ontheiligen traiter sans respect; profaner entweihen — geweihte oder geheiligte Dinge schänden, entehren