Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. onthaal:
  2. onthalen:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor onthaal:
    • acceuil


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onthaal (Nederlands) in het Frans

onthaal:

onthaal [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het onthaal (ontvangst)
    l'accueil; la réception

Vertaal Matrix voor onthaal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accueil onthaal; ontvangst hal; ontvangkamer; ontvangstruimte; receptie; receptiekamer; salon; verwelkoming; welkom
réception onthaal; ontvangst balie; borrel; counter; fraude; hal; informele receptie; instuif; malversatie; onregelmatigheden; ontvangkamer; ontvangst; ontvangstruimte; ontvreemding; oplevering; receptie; receptiekamer; salon; staande receptie; toog; toonbank; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; verwelkoming; welkom; welkomstgroeten; zwendel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
réception in ontvangstname

Verwante woorden van "onthaal":


onthaal vorm van onthalen:

onthalen werkwoord (onthaal, onthaalt, onthaalde, onthaalden, onthaald)

  1. onthalen (ontvangen; binnenhalen; vergasten)
    accueillir; recevoir; régaler de
    • accueillir werkwoord (accueille, accueilles, accueillons, accueillez, )
    • recevoir werkwoord (reçois, reçoit, recevons, recevez, )
    • régaler de werkwoord

Conjugations for onthalen:

o.t.t.
  1. onthaal
  2. onthaalt
  3. onthaalt
  4. onthalen
  5. onthalen
  6. onthalen
o.v.t.
  1. onthaalde
  2. onthaalde
  3. onthaalde
  4. onthaalden
  5. onthaalden
  6. onthaalden
v.t.t.
  1. heb onthaald
  2. hebt onthaald
  3. heeft onthaald
  4. hebben onthaald
  5. hebben onthaald
  6. hebben onthaald
v.v.t.
  1. had onthaald
  2. had onthaald
  3. had onthaald
  4. hadden onthaald
  5. hadden onthaald
  6. hadden onthaald
o.t.t.t.
  1. zal onthalen
  2. zult onthalen
  3. zal onthalen
  4. zullen onthalen
  5. zullen onthalen
  6. zullen onthalen
o.v.t.t.
  1. zou onthalen
  2. zou onthalen
  3. zou onthalen
  4. zouden onthalen
  5. zouden onthalen
  6. zouden onthalen
en verder
  1. ben onthaald
  2. bent onthaald
  3. is onthaald
  4. zijn onthaald
  5. zijn onthaald
  6. zijn onthaald
diversen
  1. onthaal!
  2. onthaalt!
  3. onthaald
  4. onthalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor onthalen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accueillir binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten aannemen; aanvaarden; accepteren; begroeten; feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; gedag zeggen; groeten; in ontvangst nemen; koppelen; ontvangen; opvangen; van onderdak voorzien; verwelkomen; welkom heten
recevoir binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten aannemen; aanvaarden; accepteren; eigen maken; iets bemachtigen; in ontvangst nemen; kopen; krijgen; ontvangen; opstrijken; te pakken krijgen; verkrijgen; verwerven
régaler de binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten vergasten op

Verwante woorden van "onthalen":


Wiktionary: onthalen

onthalen
verb
  1. iemand gastvrij verwelkomen
onthalen
Cross Translation:
FromToVia
onthalen régaler regale — To provide a meal and entertainment