Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. onrust:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onrust (Nederlands) in het Frans

onrust:

onrust [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de onrust (beroering; roerigheid)
    l'agitation
  2. de onrust (agitatie; ongedurigheid; beroering; gewoel)
    l'agitation; l'émoi; l'animation; l'excitation; l'effervescence; le tumulte

Vertaal Matrix voor onrust:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agitation agitatie; beroering; gewoel; ongedurigheid; onrust; roerigheid beroeringen; beweeglijkheid; gedraaf; gehaast; gehol; gejaag; gejacht; gejakker; gisting; ongedurigheid; onrustigheid; oproer; opschudding; opstand; opstootje; opzien; rebellie; rel; sensatie; tegenstand; verwarring; verzet; volksoproer; vuistgevecht; weerstand
animation agitatie; beroering; gewoel; ongedurigheid; onrust animatie; bevlogenheid; bezieling; drukte; enthousiasme; gedrang; geestdrift; kalmte; levendigheid; stilheid; stilte; toeloop; toevloed
effervescence agitatie; beroering; gewoel; ongedurigheid; onrust beroering; drukte; gebruis; geraas; gisting; heibel; heksenketel; het bruisen; lawaai; leven; opschudding; pandemonium; rumoer; tumult
excitation agitatie; beroering; gewoel; ongedurigheid; onrust aanmoediging; aansporen; aansporing; aanstoken; geilheid; hitsigheid; instigeren; lust; onrustigheid; opgewondenheid; ophitsen; oproer; opruiing; opstand; opstoken; opstokerij; opstootje; opwekken; opwekking; rel; steun; stimulans; volksoproer; vuistgevecht; zin
tumulte agitatie; beroering; gewoel; ongedurigheid; onrust beroering; drukte; gebrul; gebulder; gedruis; geharrewar; gekrijs; geluid; geraas; geschreeuw; grote menigte; heibel; heksenketel; herrie; kabaal; kouwe drukte; lawaai; leven; ophef; oproer; opschudding; opstand; opstootje; opzien; pandemonium; rel; rumoer; sensatie; spektakel; toeloop; tumult; veel mensen; verwarring; volksoproer; vuistgevecht
émoi agitatie; beroering; gewoel; ongedurigheid; onrust beroering; drukte; geraas; heibel; heksenketel; lawaai; leven; opschudding; opzien; pandemonium; rep; rumoer; sensatie; tumult; verwarring
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
effervescence hard; hardop; luid

Wiktionary: onrust


Cross Translation:
FromToVia
onrust dysphorie dysphoria — state of feeling unwell, unhappy, restless or depressed
onrust agitation unrest — state of trouble