Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- onpartijdigheid:
- onpartijdig:
-
Wiktionary:
- onpartijdigheid → impartialité
- onpartijdig → neutre
- onpartijdig → impartial
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor onpartijdigheid (Nederlands) in het Frans
onpartijdigheid:
-
de onpartijdigheid
Vertaal Matrix voor onpartijdigheid:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| impartialité | onpartijdigheid |
Verwante woorden van "onpartijdigheid":
Wiktionary: onpartijdigheid
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • onpartijdigheid | → impartialité | ↔ impartiality — The quality of being impartial; fairness |
onpartijdig:
-
onpartijdig (objectief)
objectif; impartial; objectivement-
objectif bijvoeglijk naamwoord
-
impartial bijvoeglijk naamwoord
-
objectivement bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor onpartijdig:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| objectif | doel; doeleinde; doelstelling; doelwit; intentie; inzet; mikpunt; moedwil; oogmerk; schietschijf; streven; toeleg; voornemen | |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| impartial | objectief; onpartijdig | indifferent; laconiek; lauw; neutraal; onbekrompen; onbevangen; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; onzijdig |
| objectif | objectief; onpartijdig | koel; koud; neutraal; onaangedaan; onberoerd; onbewogen; onzijdig |
| objectivement | objectief; onpartijdig | koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen |
Verwante woorden van "onpartijdig":
Wiktionary: onpartijdig
onpartijdig
Cross Translation:
adjective
-
Traduction à trier
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • onpartijdig | → impartial | ↔ impartial — treating all parties, rivals or disputants equally |
| • onpartijdig | → impartial | ↔ neuter — archaic: neither the one thing nor the other |