Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. onjuistheden:
  2. onjuistheid:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onjuistheden (Nederlands) in het Frans

onjuistheden:

onjuistheden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de onjuistheden (fouten)
    la fautes; l'erreurs; la gaffes; la maladresses; la bévues
    • fautes [la ~] zelfstandig naamwoord
    • erreurs [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gaffes [la ~] zelfstandig naamwoord
    • maladresses [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bévues [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor onjuistheden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bévues fouten; onjuistheden blunders; dwalingen; flaters; misvattingen; vergissingen
erreurs fouten; onjuistheden dwalingen; misstappen; misvattingen; vergissingen
fautes fouten; onjuistheden blunders; dwalingen; flaters; fouten; gebreken; mankementen; misstappen; misvattingen; ongemakken; vergissingen
gaffes fouten; onjuistheden blunders; flaters
maladresses fouten; onjuistheden blunders; flaters; fouten; gebreken; mankementen; ongemakken

Verwante woorden van "onjuistheden":


onjuistheden vorm van onjuistheid:

onjuistheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onjuistheid (fout; feil; incorrectheid)
    la faute; l'erreur; l'errance; le défaut; l'imperfection
    • faute [la ~] zelfstandig naamwoord
    • erreur [la ~] zelfstandig naamwoord
    • errance [la ~] zelfstandig naamwoord
    • défaut [le ~] zelfstandig naamwoord
    • imperfection [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor onjuistheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
défaut feil; fout; incorrectheid; onjuistheid abuis; afwijking; blunder; defect; deficit; domheid; dwaling; euvel; feil; flater; fout; gebrek; gemis; giller; handicap; krachteloosheid; lacune; leegte; leemte; machinedefect; manco; mankement; misgreep; misslag; ondeugd; ontstentenis; onvolkomenheid; slapte; tekort; vergissing; zedelijke slechtheid; zonde; zwakheid
errance feil; fout; incorrectheid; onjuistheid abuis; blunder; domheid; dwaaltocht; dwaling; flater; fout; giller; misgreep; misslag; omzwerving; vergissing; zwerftocht
erreur feil; fout; incorrectheid; onjuistheid abuis; blunder; domheid; dwaling; feil; flater; fout; gebrek; giller; misgreep; misrekening; misschot; misser; misslag; misstap; misverstand; vergissing
faute feil; fout; incorrectheid; onjuistheid abuis; blunder; domheid; dwaling; flater; fout; giller; misgreep; misrekening; misser; misslag; misstap; misverstand; vergissing
imperfection feil; fout; incorrectheid; onjuistheid afwijking; euvel; gebrek; gebrekkigheid; handicap; mankement; onvolkomenheid; schoonheidsfoutje; tekortkoming

Verwante woorden van "onjuistheid":


Wiktionary: onjuistheid


Cross Translation:
FromToVia
onjuistheid erreur error — mistake
onjuistheid erreur; faute mistake — an error (1)

Computer vertaling door derden: