Nederlands
Uitgebreide vertaling voor onheusheid (Nederlands) in het Frans
onheusheid:
-
de onheusheid (onwelwillendheid)
Vertaal Matrix voor onheusheid:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| désobligeance | onheusheid; onwelwillendheid | onhartelijkheid; onvriendelijkheid |
| impolitesse | onheusheid; onwelwillendheid | botheid; lompheid; onbeleefdheid; onbeschaafdheid; onbeschoftheid; ongeliktheid; ongemanierdheid; onhoffelijkheid; onwellevendheid |
Verwante woorden van "onheusheid":
onheus:
-
onheus
amère; amer; désagréable; déplaisant-
amère bijvoeglijk naamwoord
-
amer bijvoeglijk naamwoord
-
désagréable bijvoeglijk naamwoord
-
déplaisant bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor onheus:
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| amer | onheus | bitter; bitter van smaak; bitterachtig; galachtig; honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend; wrang; zuur; zuur smakend |
| amère | onheus | |
| déplaisant | onheus | afstotend; hinderlijk; lastig; lelijk; naar; niet schikkend; onaangenaam; onaantrekkelijk; ongelegen; onplezierig; onsympathiek; onverkwikkelijk; storend; wrang; zuur; zuur smakend |
| désagréable | onheus | afgezaagd; afstotend; antipathiek; ellendig; hinderlijk; langdraadig; langwijlig; lastig; lelijk; melig; naar; niet schikkend; onaangenaam; onaantrekkelijk; onaardig; onbehaaglijk; ongelegen; ongenietbaar; onhartelijk; onhebbelijk; onplezierig; onprettig; onverdraagzaam; onverkwikkelijk; onvriendelijk; onwelwillend; onwennig; rot; saai; slecht geluimd; storend; stuitend; vervelend; wrang; zuur; zuur smakend |