Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. onherroepelijk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onherroepelijk (Nederlands) in het Frans

onherroepelijk:

onherroepelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. onherroepelijk (onvermijdelijk; onontkoombaar; onafwendbaar)
    inévitable; irrévocable; irréfutable; nécessaire; certain; définitif; nécessairement; inéluctable; définitivement; d'urgence

Vertaal Matrix voor onherroepelijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nécessaire necessaire; reistas
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
certain onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk absoluut; beslist; definitief; feitelijk; geheid; gewis; heel zeker; heus; ongetwijfeld; onvoorwaardelijk; permanent; pertinent; reëel; ronduit; stellig; ten enenmale; vast; vast en zeker; vastgesteld; vaststaand; volstrekt; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
d'urgence onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk broodnodig; dringend; hoognodig; klemmend; met spoed; spoedeisend; urgent
définitif onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk definitief; definitieve; permanent; vastgesteld; vaststaand
définitivement onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk definitief; onverandelijk; permanent; vastgesteld; vaststaand; voorgoed
inéluctable onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
inévitable onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk door de behoefte vereist; essentieel; nodig; noodzakelijk; onafwendbaar; onmisbaar; onontbeerlijk; onvermijdelijk; wezenlijk
irréfutable onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk onaanvechtbaar; onbetwistbaar; onomstotelijk; onweerlegbaar; vast en zeker
irrévocable onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk definitief; definitieve; onherstelbaar; onweerlegbaar; permanent; reddeloos; vast en zeker; vastgesteld; vaststaand
nécessaire onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk benodigd; broodnodig; door de behoefte vereist; hoognodig; nodig; noodzakelijk; noodzakelijkerwijs
nécessairement onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk door de behoefte vereist; essentieel; nodig; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk

Verwante woorden van "onherroepelijk":

  • onherroepelijkheid, onherroepelijke

Wiktionary: onherroepelijk

onherroepelijk
adjective
  1. Qui régler, fixer de manière qu’on n’y devoir plus revenir.