Onhandelbaar in het Frans vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

onhandelbaar:
- incommode; encombrant; embarrassant; impossible à manier; indocile; récalcitrant; peu maniable; intraitable; difficile à manier
Wiktionary:
- onhandelbaar → contraire

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onhandelbaar (Nederlands) in het Frans

onhandelbaar (onhanteerbaar)
incommode; encombrant; embarrassant; impossible à manier
- incommode bijvoeglijk naamwoord
- encombrant bijvoeglijk naamwoord
- embarrassant bijvoeglijk naamwoord
- impossible à manier bijvoeglijk naamwoord
onhandelbaar (tegendraads)
indocile; récalcitrant; peu maniable
- indocile bijvoeglijk naamwoord
- récalcitrant bijvoeglijk naamwoord
- peu maniable bijvoeglijk naamwoord
onhandelbaar (moeilijk te hanteren)
intraitable; difficile à manier
- intraitable bijvoeglijk naamwoord
- difficile à manier bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
récalcitrant		weigeraar
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
difficile à manier	moeilijk te hanteren; onhandelbaar	onbestuurbaar
embarrassant	onhandelbaar; onhanteerbaar	benard; benauwd; ergerlijk; ernstig; gênant; hachelijk; hinder veroorzakend; hinderlijk; irritant; kritiek; lastig; lastige; met een groot gewicht; moeilijk; niet makkelijk; onaangenaam; ongemakkelijk; onprettig; penibel; storend; vervelend; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
encombrant	onhandelbaar; onhanteerbaar
impossible à manier	onhandelbaar; onhanteerbaar
incommode	onhandelbaar; onhanteerbaar
indocile	onhandelbaar; tegendraads	eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
intraitable	moeilijk te hanteren; onhandelbaar	onbestuurbaar; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar
peu maniable	onhandelbaar; tegendraads	krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig
récalcitrant	onhandelbaar; tegendraads	bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; obstinaat; onbestuurbaar; onbuigzaam; ongehoorzaam; ongezeglijk; onverzettelijk; onwillig; opstandig; rebellerend; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig

Cross Translation:

From	To	Via
• onhandelbaar	→ contraire	↔ contrarious — persons