Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ongesteld (Nederlands) in het Frans
ongesteld:
-
ongesteld (menstruerend)
qui a ses règles; incommodé; indisposé; écoeuré; mal; pris de nausées; malade-
qui a ses règles bijvoeglijk naamwoord
-
incommodé bijvoeglijk naamwoord
-
indisposé bijvoeglijk naamwoord
-
écoeuré bijvoeglijk naamwoord
-
mal bijvoeglijk naamwoord
-
pris de nausées bijvoeglijk naamwoord
-
malade bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor ongesteld:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mal | bezwaar; chagrijn; ergernis; grief; het klagen; inspanning; klacht; last; leed; moeite; ongemak; ongerief; pijn; pijn doen; soesa; zeer; zeer doen; ziekte | |
malade | lijder; patiënt; zieke | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
incommodé | menstruerend; ongesteld | |
indisposé | menstruerend; ongesteld | misselijk; naar; onpasselijk; onwel |
mal | menstruerend; ongesteld | bedorven; erg; ernstig; gemeen; kwaadwillig; kwalijk; leed aandoend; met slechte intentie; min; onaanvaardbaar; onacceptabel; ongepast; onkies; onvertogen; rot; rottig; slecht; snood; vals; van bedenkelijke aard; vergaan; verkeerd; verrot |
malade | menstruerend; ongesteld | aan een ziekte lijdend; akelig; beroerd; ellendig; naar; ziek |
pris de nausées | menstruerend; ongesteld | misselijk; naar; ongans; onpasselijk; onwel |
qui a ses règles | menstruerend; ongesteld | |
écoeuré | menstruerend; ongesteld | misselijk; naar; onpasselijk; onwel |