Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- onderzoek:
-
onderzoeken:
- rechercher; faire des recherches; vérifier; examiner; étudier; chercher; inspecter; ouvrir une enquête; tester; essayer; soumettre à une inspection; éprouver; faire une inspection de; faire subir un test; passer en revue; faire passer un examen; soumettre à un test; mettre à l'épreuve; rechercher qc; explorer; reconnaître; prospecter; éclairer; fouiller
-
Wiktionary:
- onderzoek → recherche, auscultation, enquête, examination
- onderzoek → inspection, investigation, visite médicale, recherche, recherches, fouille, enquête
- onderzoeken → examiner, explorer, fouiller
- onderzoeken → explorer, découvrir, savoir, étudier, inspecter, enquêter
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor onderzoek (Nederlands) in het Frans
onderzoek:
Vertaal Matrix voor onderzoek:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
enquête | inspectie; navorsing; onderzoek | check up; enquête; nasporing; navraag; ondervraging; opsporing; proef; speurwerk; test; traceerwerk |
examen | inspectie; navorsing; onderzoek | check up; proef; proefwerk; repetitie; schoolexamen; test; toets |
exploration | inspectie; navorsing; onderzoek | expeditie; exploratie; proef; speurtocht; test; verkenning; verkenningstocht; zoektocht |
inspection | inspectie; navorsing; onderzoek | bewaking; bezichtigen; bezichtiging; controle; hoede; inspectie; inzage; keuring; openhaard; schoolinspectie; schouw; surveillance |
investigation | inspectie; navorsing; onderzoek | exploratie; nasporing; navorsing; opsporing; speurwerk; traceerwerk |
recherche | inspectie; navorsing; onderzoek | aandrang; afstropen; afzoeken; ambitie; drang; eerzucht; geheel doorzoeken; najagen; nasporing; nastreven; navorsing; opsporing; proef; research; speurtocht; speurwerk; test; traceerwerk; zoeken; zoektocht |
Verwante woorden van "onderzoek":
Verwante definities voor "onderzoek":
Wiktionary: onderzoek
onderzoek
Cross Translation:
noun
onderzoek
-
het onderzoeken van iets
- onderzoek → recherche
noun
-
(vieilli) désuet|fr écoute attentive.
-
recherche méthodique d’informations précises.
-
action d’examiner.
-
action de rechercher.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• onderzoek | → inspection | ↔ inspection — the act of examining something, often closely |
• onderzoek | → investigation | ↔ investigation — the act of investigating |
• onderzoek | → visite médicale | ↔ physical — physical examination |
• onderzoek | → recherche | ↔ research — inquiry or examination |
• onderzoek | → recherches; recherche; fouille; enquête; investigation | ↔ Forschung — das Suchen nach Lösungen zu wissenschaftlichen Problemstellungen |
onderzoeken:
-
onderzoeken (naspeuren; nasporen)
rechercher; faire des recherches; vérifier; examiner; étudier; chercher; inspecter; ouvrir une enquête-
rechercher werkwoord (recherche, recherches, recherchons, recherchez, recherchent, recherchais, recherchait, recherchions, recherchiez, recherchaient, recherchai, recherchas, rechercha, recherchâmes, recherchâtes, recherchèrent, rechercherai, rechercheras, recherchera, rechercherons, rechercherez, rechercheront)
-
faire des recherches werkwoord
-
vérifier werkwoord (vérifie, vérifies, vérifions, vérifiez, vérifient, vérifiais, vérifiait, vérifiions, vérifiiez, vérifiaient, vérifiai, vérifias, vérifia, vérifiâmes, vérifiâtes, vérifièrent, vérifierai, vérifieras, vérifiera, vérifierons, vérifierez, vérifieront)
-
examiner werkwoord (examine, examines, examinons, examinez, examinent, examinais, examinait, examinions, examiniez, examinaient, examinai, examinas, examina, examinâmes, examinâtes, examinèrent, examinerai, examineras, examinera, examinerons, examinerez, examineront)
-
étudier werkwoord (étudie, étudies, étudions, étudiez, étudient, étudiais, étudiait, étudiions, étudiiez, étudiaient, étudiai, étudias, étudia, étudiâmes, étudiâtes, étudièrent, étudierai, étudieras, étudiera, étudierons, étudierez, étudieront)
-
chercher werkwoord (cherche, cherches, cherchons, cherchez, cherchent, cherchais, cherchait, cherchions, cherchiez, cherchaient, cherchai, cherchas, chercha, cherchâmes, cherchâtes, cherchèrent, chercherai, chercheras, cherchera, chercherons, chercherez, chercheront)
-
inspecter werkwoord (inspecte, inspectes, inspectons, inspectez, inspectent, inspectais, inspectait, inspections, inspectiez, inspectaient, inspectai, inspectas, inspecta, inspectâmes, inspectâtes, inspectèrent, inspecterai, inspecteras, inspectera, inspecterons, inspecterez, inspecteront)
-
ouvrir une enquête werkwoord
-
-
onderzoeken (beproeven; testen; keuren)
tester; examiner; essayer; vérifier; soumettre à une inspection; éprouver; faire une inspection de; inspecter; faire subir un test; passer en revue; faire passer un examen; soumettre à un test; mettre à l'épreuve-
tester werkwoord (teste, testes, testons, testez, testent, testais, testait, testions, testiez, testaient, testai, testas, testa, testâmes, testâtes, testèrent, testerai, testeras, testera, testerons, testerez, testeront)
-
examiner werkwoord (examine, examines, examinons, examinez, examinent, examinais, examinait, examinions, examiniez, examinaient, examinai, examinas, examina, examinâmes, examinâtes, examinèrent, examinerai, examineras, examinera, examinerons, examinerez, examineront)
-
essayer werkwoord (essaie, essaies, essayons, essayez, essaient, essayais, essayait, essayions, essayiez, essayaient, essayai, essayas, essaya, essayâmes, essayâtes, essayèrent, essaierai, essaieras, essaiera, essaierons, essaierez, essaieront)
-
vérifier werkwoord (vérifie, vérifies, vérifions, vérifiez, vérifient, vérifiais, vérifiait, vérifiions, vérifiiez, vérifiaient, vérifiai, vérifias, vérifia, vérifiâmes, vérifiâtes, vérifièrent, vérifierai, vérifieras, vérifiera, vérifierons, vérifierez, vérifieront)
-
soumettre à une inspection werkwoord
-
éprouver werkwoord (éprouve, éprouves, éprouvons, éprouvez, éprouvent, éprouvais, éprouvait, éprouvions, éprouviez, éprouvaient, éprouvai, éprouvas, éprouva, éprouvâmes, éprouvâtes, éprouvèrent, éprouverai, éprouveras, éprouvera, éprouverons, éprouverez, éprouveront)
-
faire une inspection de werkwoord
-
inspecter werkwoord (inspecte, inspectes, inspectons, inspectez, inspectent, inspectais, inspectait, inspections, inspectiez, inspectaient, inspectai, inspectas, inspecta, inspectâmes, inspectâtes, inspectèrent, inspecterai, inspecteras, inspectera, inspecterons, inspecterez, inspecteront)
-
faire subir un test werkwoord
-
passer en revue werkwoord
-
faire passer un examen werkwoord
-
soumettre à un test werkwoord
-
mettre à l'épreuve werkwoord
-
-
onderzoeken (vorsen; speuren)
-
onderzoeken (verkennen; aftasten)
explorer; reconnaître; prospecter; éclairer; examiner; fouiller-
explorer werkwoord (explore, explores, explorons, explorez, explorent, explorais, explorait, explorions, exploriez, exploraient, explorai, exploras, explora, explorâmes, explorâtes, explorèrent, explorerai, exploreras, explorera, explorerons, explorerez, exploreront)
-
reconnaître werkwoord (reconnais, reconnaît, reconnaissons, reconnaissez, reconnaissent, reconnaissais, reconnaissait, reconnaissions, reconnaissiez, reconnaissaient, reconnus, reconnut, reconnûmes, reconnûtes, reconnurent, reconnaîtrai, reconnaîtras, reconnaîtra, reconnaîtrons, reconnaîtrez, reconnaîtront)
-
prospecter werkwoord (prospecte, prospectes, prospectons, prospectez, prospectent, prospectais, prospectait, prospections, prospectiez, prospectaient, prospectai, prospectas, prospecta, prospectâmes, prospectâtes, prospectèrent, prospecterai, prospecteras, prospectera, prospecterons, prospecterez, prospecteront)
-
éclairer werkwoord (éclaire, éclaires, éclairons, éclairez, éclairent, éclairais, éclairait, éclairions, éclairiez, éclairaient, éclairai, éclairas, éclaira, éclairâmes, éclairâtes, éclairèrent, éclairerai, éclaireras, éclairera, éclairerons, éclairerez, éclaireront)
-
examiner werkwoord (examine, examines, examinons, examinez, examinent, examinais, examinait, examinions, examiniez, examinaient, examinai, examinas, examina, examinâmes, examinâtes, examinèrent, examinerai, examineras, examinera, examinerons, examinerez, examineront)
-
fouiller werkwoord (fouille, fouilles, fouillons, fouillez, fouillent, fouillais, fouillait, fouillions, fouilliez, fouillaient, fouillai, fouillas, fouilla, fouillâmes, fouillâtes, fouillèrent, fouillerai, fouilleras, fouillera, fouillerons, fouillerez, fouilleront)
-
Conjugations for onderzoeken:
o.t.t.
- onderzoek
- onderzoekt
- onderzoekt
- onderzoeken
- onderzoeken
- onderzoeken
o.v.t.
- onderzocht
- onderzocht
- onderzocht
- onderzochten
- onderzochten
- onderzochten
v.t.t.
- heb onderzocht
- hebt onderzocht
- heeft onderzocht
- hebben onderzocht
- hebben onderzocht
- hebben onderzocht
v.v.t.
- had onderzocht
- had onderzocht
- had onderzocht
- hadden onderzocht
- hadden onderzocht
- hadden onderzocht
o.t.t.t.
- zal onderzoeken
- zult onderzoeken
- zal onderzoeken
- zullen onderzoeken
- zullen onderzoeken
- zullen onderzoeken
o.v.t.t.
- zou onderzoeken
- zou onderzoeken
- zou onderzoeken
- zouden onderzoeken
- zouden onderzoeken
- zouden onderzoeken
en verder
- ben onderzocht
- bent onderzocht
- is onderzocht
- zijn onderzocht
- zijn onderzocht
- zijn onderzocht
diversen
- onderzoek!
- onderzoekt!
- onderzocht
- onderzoekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor onderzoeken:
Verwante woorden van "onderzoeken":
Verwante definities voor "onderzoeken":
Wiktionary: onderzoeken
onderzoeken
Cross Translation:
verb
onderzoeken
-
(overgankelijk) de oorzaak of reden van iets bestuderen
- onderzoeken → examiner
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• onderzoeken | → explorer | ↔ explore — to examine or investigate something systematically |
• onderzoeken | → découvrir; savoir | ↔ find out — to discover |
• onderzoeken | → étudier | ↔ investigate — to inquire into, study |
• onderzoeken | → inspecter | ↔ survey — to inspect; to examine |
• onderzoeken | → enquêter | ↔ untersuchen — etwas analysieren oder erforschen, sich etwas sehr genau anschauen, um es zu verstehen |