Nederlands
Uitgebreide vertaling voor onderuitgaan (Nederlands) in het Frans
onderuitgaan:
onderuitgaan werkwoord (ga onderuit, gaat onderuit, ging onderuit, gingen onderuit, onderuit gegaan)
-
onderuitgaan (uitschuiven; slippen; uitglibberen; uitglijden; wegschieten; uitschieten)
glisser; déraper; faire un vol plané; trébucher-
glisser werkwoord (glisse, glisses, glissons, glissez, glissent, glissais, glissait, glissions, glissiez, glissaient, glissai, glissas, glissa, glissâmes, glissâtes, glissèrent, glisserai, glisseras, glissera, glisserons, glisserez, glisseront)
-
déraper werkwoord (dérape, dérapes, dérapons, dérapez, dérapent, dérapais, dérapait, dérapions, dérapiez, dérapaient, dérapai, dérapas, dérapa, dérapâmes, dérapâtes, dérapèrent, déraperai, déraperas, dérapera, déraperons, déraperez, déraperont)
-
faire un vol plané werkwoord
-
trébucher werkwoord (trébuche, trébuches, trébuchons, trébuchez, trébuchent, trébuchais, trébuchait, trébuchions, trébuchiez, trébuchaient, trébuchai, trébuchas, trébucha, trébuchâmes, trébuchâtes, trébuchèrent, trébucherai, trébucheras, trébuchera, trébucherons, trébucherez, trébucheront)
-
-
onderuitgaan (op zijn bek gaan; vallen; ten val komen)
tomber; échouer; faire la culbute; rater; être un flop; ne pas réussir; basculer; renverser; trébucher; se casser la gueule; tomber à terre-
tomber werkwoord (tombe, tombes, tombons, tombez, tombent, tombais, tombait, tombions, tombiez, tombaient, tombai, tombas, tomba, tombâmes, tombâtes, tombèrent, tomberai, tomberas, tombera, tomberons, tomberez, tomberont)
-
échouer werkwoord (échoue, échoues, échouons, échouez, échouent, échouais, échouait, échouions, échouiez, échouaient, échouai, échouas, échoua, échouâmes, échouâtes, échouèrent, échouerai, échoueras, échouera, échouerons, échouerez, échoueront)
-
faire la culbute werkwoord
-
rater werkwoord (rate, rates, ratons, ratez, ratent, ratais, ratait, rations, ratiez, rataient, ratai, ratas, rata, ratâmes, ratâtes, ratèrent, raterai, rateras, ratera, raterons, raterez, rateront)
-
être un flop werkwoord
-
ne pas réussir werkwoord
-
basculer werkwoord (bascule, bascules, basculons, basculez, basculent, basculais, basculait, basculions, basculiez, basculaient, basculai, basculas, bascula, basculâmes, basculâtes, basculèrent, basculerai, basculeras, basculera, basculerons, basculerez, basculeront)
-
renverser werkwoord (renverse, renverses, renversons, renversez, renversent, renversais, renversait, renversions, renversiez, renversaient, renversai, renversas, renversa, renversâmes, renversâtes, renversèrent, renverserai, renverseras, renversera, renverserons, renverserez, renverseront)
-
trébucher werkwoord (trébuche, trébuches, trébuchons, trébuchez, trébuchent, trébuchais, trébuchait, trébuchions, trébuchiez, trébuchaient, trébuchai, trébuchas, trébucha, trébuchâmes, trébuchâtes, trébuchèrent, trébucherai, trébucheras, trébuchera, trébucherons, trébucherez, trébucheront)
-
se casser la gueule werkwoord
-
tomber à terre werkwoord
-
Conjugations for onderuitgaan:
o.t.t.
- ga onderuit
- gaat onderuit
- gaat onderuit
- gaan onderuit
- gaan onderuit
- gaan onderuit
o.v.t.
- ging onderuit
- ging onderuit
- ging onderuit
- gingen onderuit
- gingen onderuit
- gingen onderuit
v.t.t.
- ben onderuit gegaan
- bent onderuit gegaan
- is onderuit gegaan
- zijn onderuit gegaan
- zijn onderuit gegaan
- zijn onderuit gegaan
v.v.t.
- was onderuit gegaan
- was onderuit gegaan
- was onderuit gegaan
- waren onderuit gegaan
- waren onderuit gegaan
- waren onderuit gegaan
o.t.t.t.
- zal onderuitgaan
- zult onderuitgaan
- zal onderuitgaan
- zullen onderuitgaan
- zullen onderuitgaan
- zullen onderuitgaan
o.v.t.t.
- zou onderuitgaan
- zou onderuitgaan
- zou onderuitgaan
- zouden onderuitgaan
- zouden onderuitgaan
- zouden onderuitgaan
diversen
- ga onderuit!
- gaat onderuit!
- onderuit gegaan
- onderuit gaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor onderuitgaan:
Computer vertaling door derden: