Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onderhoudend (Nederlands) in het Frans

onderhoudend:

onderhoudend bijvoeglijk naamwoord

  1. onderhoudend (sociabel; gezellig)
    sociable; familier; intimement; intime
  2. onderhoudend (vermakelijk; amusant)
    amusant; plaisant; divertissant

Vertaal Matrix voor onderhoudend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
familier gast; habitué; stamgast; vaste klant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amusant amusant; onderhoudend; vermakelijk aangenaam; aardig; behaaglijk; fijn; geestig; geinig; grappig; guitig; humoristisch; jofel; kluchtig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; lekker; leuk; leuke; lief; lollig; olijk; plezant; plezierig; prettig; sympathiek; uiig
divertissant amusant; onderhoudend; vermakelijk aangenaam; behaaglijk; fijn; geestig; geinig; grappig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; lekker; leuk; lollig; plezant; plezierig; prettig
familier gezellig; onderhoudend; sociabel aangenaam; bekend; brutaal; familiair; fijn; gemeenzaam; genoeglijk; gezellig; huiselijk; in het voorbijgaan; informeel; knus; knusjes; lekker; losjes; makkelijk in de omgang; niet beschroomd; onbeschroomd; plezierig; prettig; stoutmoedig; terloops; tutoyerend; vertrouwd; voorlopig; vrijblijvend; vrijmoedig; vrijpostig
intime gezellig; onderhoudend; sociabel aangenaam; confidentieel; fijn; genoeglijk; gezellig; huiselijk; intiem; knus; knusjes; lekker; plezierig; prettig; vertrouwelijk
intimement gezellig; onderhoudend; sociabel aangenaam; confidentieel; fijn; genoeglijk; gezellig; huiselijk; knus; knusjes; lekker; plezierig; prettig; vertrouwelijk
plaisant amusant; onderhoudend; vermakelijk aangenaam; aardig; attractief; bevallig; bijzonder aangenaam; charmant; comfortabel; fijn; fraai; geestig; geinig; gemakkelijk; genietbaar; geriefelijk; geschikt; goed ogend; grappig; guitig; heugelijk; heuglijk; humoristische; jofel; knap; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; lekker; leuk; lief; lollig; mooi; olijk; plezierig; prettig; sympathiek; te genieten; tof; uiig; verblijdend; welgevallig
sociable gezellig; onderhoudend; sociabel aangenaam; fijn; lekker; prettig; sociaalvoelend; sociaalzorgend

Verwante woorden van "onderhoudend":

  • onderhoudendst, onderhoudendste

onderhoudend vorm van onderhouden:

onderhouden werkwoord (onderhoud, onderhoudt, onderhield, onderhielden, onderhouden)

  1. onderhouden (financieel steunen)
    entretenir; appuyer financièrement; maintenir en état; pourvoir; prendre soin de; conserver; donner des soins à; se charger de; nourrir; avoir soin de
    • entretenir werkwoord (entretiens, entretient, entretenons, entretenez, )
    • maintenir en état werkwoord
    • pourvoir werkwoord (pourvois, pourvoit, pourvoyons, pourvoyez, )
    • prendre soin de werkwoord
    • conserver werkwoord (conserve, conserves, conservons, conservez, )
    • se charger de werkwoord
    • nourrir werkwoord (nourris, nourrit, nourrissons, nourrissez, )
    • avoir soin de werkwoord
  2. onderhouden (in stand houden; behouden)
    entretenir; maintenir en état; conserver; veiller à quelque chose; avoir soin de; prendre soin de; se charger de
    • entretenir werkwoord (entretiens, entretient, entretenons, entretenez, )
    • maintenir en état werkwoord
    • conserver werkwoord (conserve, conserves, conservons, conservez, )
    • avoir soin de werkwoord
    • prendre soin de werkwoord
    • se charger de werkwoord

Conjugations for onderhouden:

o.t.t.
  1. onderhoud
  2. onderhoudt
  3. onderhoudt
  4. onderhouden
  5. onderhouden
  6. onderhouden
o.v.t.
  1. onderhield
  2. onderhield
  3. onderhield
  4. onderhielden
  5. onderhielden
  6. onderhielden
v.t.t.
  1. heb onderhouden
  2. hebt onderhouden
  3. heeft onderhouden
  4. hebben onderhouden
  5. hebben onderhouden
  6. hebben onderhouden
v.v.t.
  1. had onderhouden
  2. had onderhouden
  3. had onderhouden
  4. hadden onderhouden
  5. hadden onderhouden
  6. hadden onderhouden
o.t.t.t.
  1. zal onderhouden
  2. zult onderhouden
  3. zal onderhouden
  4. zullen onderhouden
  5. zullen onderhouden
  6. zullen onderhouden
o.v.t.t.
  1. zou onderhouden
  2. zou onderhouden
  3. zou onderhouden
  4. zouden onderhouden
  5. zouden onderhouden
  6. zouden onderhouden
en verder
  1. ben onderhouden
  2. bent omderhouden
  3. is onderhouden
  4. zijn onderhouden
  5. zijn onderhouden
  6. zijn onderhouden
diversen
  1. onderhoud!
  2. onderhoudt!
  3. onderhouden
  4. onderhoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

onderhouden bijvoeglijk naamwoord

  1. onderhouden (verzorgd)
    soigné

Vertaal Matrix voor onderhouden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
appuyer financièrement financieel steunen; onderhouden
avoir soin de behouden; financieel steunen; in stand houden; onderhouden verzorgen; zorgen voor; zorgen voor iets
conserver behouden; financieel steunen; in stand houden; onderhouden balsemen; behoeden; behouden; beschermen; bewaren; bijeenzamelen; conserveren; deponeren; gevangen zetten; handhaven; in bescherming nemen; in blik conserveren; in de cel zetten; inbalsemen; inblikken; inleggen; inmaken; inpekelen; instandhouden; interneren; inzouten; isoleren; opeenhopen; oppotten; opslaan; opsluiten; opzouten; sparen; stand houden; vastzetten; verduurzamen; vergaren; verzamelen
donner des soins à financieel steunen; onderhouden bekommeren; verplegen; verzorgen; zich zorgen maken
entretenir behouden; financieel steunen; in stand houden; onderhouden doorgaan; doorzetten; knaphouden; nethouden; schoonhouden; standhouden; volharden; volhouden
maintenir en état behouden; financieel steunen; in stand houden; onderhouden
nourrir financieel steunen; onderhouden borstvoeding geven; de borst geven; eten geven; grootbrengen; koesteren; opvoeden; spijzen; spijzigen; te eten geven; voeden; voederen; voedsel geven; voeren; vormen; zogen
pourvoir financieel steunen; onderhouden
prendre soin de behouden; financieel steunen; in stand houden; onderhouden aan tafel bedienen; bedienen; bekommeren; grootbrengen; opdienen; opdissen; opvoeden; verplegen; verzorgen; voorzetten; vormen; zich zorgen maken; zorg dragen; zorgen; zorgen voor iemand
se charger de behouden; financieel steunen; in stand houden; onderhouden aan tafel bedienen; bedienen; opdienen; opdissen; verzorgen; voorzetten; zorgen voor iemand
veiller à quelque chose behouden; in stand houden; onderhouden verzorgen; zorgen voor iemand
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
soigné onderhouden; verzorgd accuraat; angstvallig; beleefd; beschaafd; chic; consciëntieus; elegant; esthetisch; geciviliseerd; gecultiveerd; gemanierd; gewetensvol; grondig; keurig; met zorg; modieuze verfijning; nauwlettend; net; netjes; ontwikkeld; precies; proper; scrupuleus; secuur; smaakvol; stijlvol; stipt; verfijnd; voorkomend; voorzichtig; wellevend; welopgevoed; zorgvuldig

Verwante woorden van "onderhouden":


Synoniemen voor "onderhouden":


Antoniemen van "onderhouden":


Verwante definities voor "onderhouden":

  1. aangenaam bezig houden1
    • de goochelaar onderhield ons met zijn optreden1
  2. hem zoveel geven dat hij daarvan kan leven1
    • hij onderhoudt zijn gezin1
  3. het goed houden1
    • je moet die tuin wel onderhouden1