Nederlands
Uitgebreide vertaling voor onderdrukt (Nederlands) in het Frans
onderdrukt:
-
onderdrukt (verbeten; opgekropt; verkropt)
opprimé; ulcéré; enragé; réprimé; virulent; haineux; âpre; rancunier; âcre; vindicatif; irrité; âprement; furieusement; fâché contre; irrité contre-
opprimé bijvoeglijk naamwoord
-
ulcéré bijvoeglijk naamwoord
-
enragé bijvoeglijk naamwoord
-
réprimé bijvoeglijk naamwoord
-
virulent bijvoeglijk naamwoord
-
haineux bijvoeglijk naamwoord
-
âpre bijvoeglijk naamwoord
-
rancunier bijvoeglijk naamwoord
-
âcre bijvoeglijk naamwoord
-
vindicatif bijvoeglijk naamwoord
-
irrité bijvoeglijk naamwoord
-
âprement bijvoeglijk naamwoord
-
furieusement bijvoeglijk naamwoord
-
fâché contre bijvoeglijk naamwoord
-
irrité contre bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor onderdrukt:
Wiktionary: onderdrukt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• onderdrukt | → opprimé; écrasé; brimé | ↔ downtrodden — oppressed, persecuted or subjugated |
onderdrukt vorm van onderdrukken:
-
onderdrukken (in bedwang houden; terughouden; bedwingen; beteugelen)
retenir; réprimer; se retenir; maîtriser; broyer; se contenir; se maîtriser; écraser; dominer; refouler; gouverner; se modérer; dompter; concasser-
retenir werkwoord (retiens, retient, retenons, retenez, retiennent, retenais, retenait, retenions, reteniez, retenaient, retins, retint, retînmes, retîntes, retinrent, retiendrai, retiendras, retiendra, retiendrons, retiendrez, retiendront)
-
réprimer werkwoord (réprime, réprimes, réprimons, réprimez, répriment, réprimais, réprimait, réprimions, réprimiez, réprimaient, réprimai, réprimas, réprima, réprimâmes, réprimâtes, réprimèrent, réprimerai, réprimeras, réprimera, réprimerons, réprimerez, réprimeront)
-
se retenir werkwoord
-
maîtriser werkwoord (maîtrise, maîtrises, maîtrisons, maîtrisez, maîtrisent, maîtrisais, maîtrisait, maîtrisions, maîtrisiez, maîtrisaient, maîtrisai, maîtrisas, maîtrisa, maîtrisâmes, maîtrisâtes, maîtrisèrent, maîtriserai, maîtriseras, maîtrisera, maîtriserons, maîtriserez, maîtriseront)
-
broyer werkwoord (broie, broies, broyons, broyez, broient, broyais, broyait, broyions, broyiez, broyaient, broyai, broyas, broya, broyâmes, broyâtes, broyèrent, broierai, broieras, broiera, broierons, broierez, broieront)
-
se contenir werkwoord
-
se maîtriser werkwoord
-
écraser werkwoord (écrase, écrases, écrasons, écrasez, écrasent, écrasais, écrasait, écrasions, écrasiez, écrasaient, écrasai, écrasas, écrasa, écrasâmes, écrasâtes, écrasèrent, écraserai, écraseras, écrasera, écraserons, écraserez, écraseront)
-
dominer werkwoord (domine, domines, dominons, dominez, dominent, dominais, dominait, dominions, dominiez, dominaient, dominai, dominas, domina, dominâmes, dominâtes, dominèrent, dominerai, domineras, dominera, dominerons, dominerez, domineront)
-
refouler werkwoord (refoule, refoules, refoulons, refoulez, refoulent, refoulais, refoulait, refoulions, refouliez, refoulaient, refoulai, refoulas, refoula, refoulâmes, refoulâtes, refoulèrent, refoulerai, refouleras, refoulera, refoulerons, refoulerez, refouleront)
-
gouverner werkwoord (gouverne, gouvernes, gouvernons, gouvernez, gouvernent, gouvernais, gouvernait, gouvernions, gouverniez, gouvernaient, gouvernai, gouvernas, gouverna, gouvernâmes, gouvernâtes, gouvernèrent, gouvernerai, gouverneras, gouvernera, gouvernerons, gouvernerez, gouverneront)
-
se modérer werkwoord
-
dompter werkwoord (dompte, domptes, domptons, domptez, domptent, domptais, domptait, domptions, domptiez, domptaient, domptai, domptas, dompta, domptâmes, domptâtes, domptèrent, dompterai, dompteras, domptera, dompterons, dompterez, dompteront)
-
concasser werkwoord (concasse, concasses, concassons, concassez, concassent, concassais, concassait, concassions, concassiez, concassaient, concassai, concassas, concassa, concassâmes, concassâtes, concassèrent, concasserai, concasseras, concassera, concasserons, concasserez, concasseront)
-
-
onderdrukken (de kop indrukken)
réprimer; étouffer-
réprimer werkwoord (réprime, réprimes, réprimons, réprimez, répriment, réprimais, réprimait, réprimions, réprimiez, réprimaient, réprimai, réprimas, réprima, réprimâmes, réprimâtes, réprimèrent, réprimerai, réprimeras, réprimera, réprimerons, réprimerez, réprimeront)
-
étouffer werkwoord (étouffe, étouffes, étouffons, étouffez, étouffent, étouffais, étouffait, étouffions, étouffiez, étouffaient, étouffai, étouffas, étouffa, étouffâmes, étouffâtes, étouffèrent, étoufferai, étoufferas, étouffera, étoufferons, étoufferez, étoufferont)
-
Conjugations for onderdrukken:
o.t.t.
- onderdruk
- onderdrukt
- onderdrukt
- onderdrukken
- onderdrukken
- onderdrukken
o.v.t.
- onderdrukte
- onderdrukte
- onderdrukte
- onderdrukten
- onderdrukten
- onderdrukten
v.t.t.
- heb onderdrukt
- hebt onderdrukt
- heeft onderdrukt
- hebben onderdrukt
- hebben onderdrukt
- hebben onderdrukt
v.v.t.
- had onderdrukt
- had onderdrukt
- had onderdrukt
- hadden onderdrukt
- hadden onderdrukt
- hadden onderdrukt
o.t.t.t.
- zal onderdrukken
- zult onderdrukken
- zal onderdrukken
- zullen onderdrukken
- zullen onderdrukken
- zullen onderdrukken
o.v.t.t.
- zou onderdrukken
- zou onderdrukken
- zou onderdrukken
- zouden onderdrukken
- zouden onderdrukken
- zouden onderdrukken
en verder
- ben onderdrukt
- bent onderdrukt
- is onderdrukt
- zijn onderdrukt
- zijn onderdrukt
- zijn onderdrukt
diversen
- onderdruk!
- onderdrukt!
- onderdrukt
- onderdrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor onderdrukken:
Wiktionary: onderdrukken
onderdrukken
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• onderdrukken | → opprimer | ↔ oppress — keep down by force |
• onderdrukken | → réprimer | ↔ stifle — to repress, keep in or hold back |
• onderdrukken | → contenir; réduire; supprimer; réprimer | ↔ suppress — to hold in place, to keep low |
• onderdrukken | → opprimer | ↔ unterdrücken — jemanden daran hindern frei zu entscheiden und sich frei zu entfalten (oft mit Gewalt) |