Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. onbescheidenheid:
  2. onbescheiden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onbescheidenheid (Nederlands) in het Frans

onbescheidenheid:

onbescheidenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onbescheidenheid (indiscretie)
    l'arrogance; l'indiscrétion

Vertaal Matrix voor onbescheidenheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrogance indiscretie; onbescheidenheid aanmatiging; arrogantie; egotisme; eigendunk; eigenwaan; hooghartigheid; hoogmoed; ijdelheid; inbeelding; indiscretie; loslippigheid; verwaandheid; zelfgenoegzaamheid; zelfingenomenheid; zelfverheffing
indiscrétion indiscretie; onbescheidenheid inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; loslippigheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing

Verwante woorden van "onbescheidenheid":


onbescheidenheid vorm van onbescheiden:

onbescheiden bijvoeglijk naamwoord

  1. onbescheiden (indiscreet)
    indiscret

Vertaal Matrix voor onbescheiden:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
indiscret indiscreet; onbescheiden babbelachtig; babbelziek; bemoeiziek; brutaal; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; niet beschroomd; onbeschroomd; onkies; ontactisch; opdringerig; praatgraag; praatziek; spraakzaam; stoutmoedig; tactloos; vrijmoedig; vrijpostig

Verwante woorden van "onbescheiden":