Nederlands

Uitgebreide vertaling voor omroepers (Nederlands) in het Frans

omroepers:

omroepers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de omroepers
    l'annonceurs; le présentateurs; le speakers

Vertaal Matrix voor omroepers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
annonceurs omroepers
présentateurs omroepers aanbieders
speakers omroepers

Verwante woorden van "omroepers":


omroeper:

omroeper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de omroeper (omroepster)
    l'annonceur; la speakerine; la présentatrice; le présentateur; le speaker
  2. de omroeper
    le crieur public

Vertaal Matrix voor omroeper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
annonceur omroeper; omroepster adverteerder
crieur public omroeper
présentateur omroeper; omroepster presentator
présentatrice omroeper; omroepster
speaker omroeper; omroepster
speakerine omroeper; omroepster

Verwante woorden van "omroeper":