Nederlands
Uitgebreide vertaling voor omknikken (Nederlands) in het Frans
omknikken:
-
omknikken
plier; fléchir; fléchir en deux-
plier werkwoord (plie, plies, plions, pliez, plient, pliais, pliait, pliions, pliiez, pliaient, pliai, plias, plia, pliâmes, pliâtes, plièrent, plierai, plieras, pliera, plierons, plierez, plieront)
-
fléchir werkwoord (fléchis, fléchit, fléchissons, fléchissez, fléchissent, fléchissais, fléchissait, fléchissions, fléchissiez, fléchissaient, fléchîmes, fléchîtes, fléchirent, fléchirai, fléchiras, fléchira, fléchirons, fléchirez, fléchiront)
-
fléchir en deux werkwoord
-
Conjugations for omknikken:
o.t.t.
- knik om
- knikt om
- knikt om
- knikken om
- knikken om
- knikken om
o.v.t.
- knikte om
- knikte om
- knikte om
- knikten om
- knikten om
- knikten om
v.t.t.
- heb omgeknikt
- hebt omgeknikt
- heeft omgeknikt
- hebben omgeknikt
- hebben omgeknikt
- hebben omgeknikt
v.v.t.
- had omgeknikt
- had omgeknikt
- had omgeknikt
- hadden omgeknikt
- hadden omgeknikt
- hadden omgeknikt
o.t.t.t.
- zal omknikken
- zult omknikken
- zal omknikken
- zullen omknikken
- zullen omknikken
- zullen omknikken
o.v.t.t.
- zou omknikken
- zou omknikken
- zou omknikken
- zouden omknikken
- zouden omknikken
- zouden omknikken
diversen
- knik om!
- knikt om!
- omgeknikt
- omknikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor omknikken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fléchir | omknikken | buigen; doorbuigen; doorzakken; eer betuigen; krom buigen; krombuigen; krommen; neigen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar; uitwringen; wringen |
fléchir en deux | omknikken | |
plier | omknikken | buigen; eer betuigen; krom buigen; krommen; neigen; ombuigen; omvouwen; ontvouwen; openspreiden; openvouwen; opvouwen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; plooien; samenvouwen; ten dele vouwen; tenderen naar; toevouwen; uitklappen; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen; uitwringen; verbuigen; vouwen; welven; wringen |