Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cercle
|
omgang; ronde doen
|
bond; broederschap; cirkel; cirkelvorm; club; genootschap; gezelschap; gilde; kring; kringel; kringvormig; omgang hebben met; orde; organisatie; partij; ploeg; ring; rondje; societiet; sociëteit; soos; stadionring; team; unie; vereniging
|
coït
|
geslachtsgemeenschap; omgang; verkeer
|
gemeenschap; paring
|
fait de faire sa ronde
|
omgang; rondgang; rondje; toer; zijn ronde doen
|
|
fréquentation
|
omgaan met mensen; omgang
|
|
processions
|
het omgaan; omgang; processies
|
omgangen; ommegangen; optochten; processies; stoeten
|
ronde
|
omgang; ronde; rondgang; rondje; toer; zijn ronde doen
|
afstand; baan; baanvak; cirkel; etappe; kraaiennest; kring; pad; rei; reidans; ronde; rondedans; rondje; route; tournee; traject; uitkijk; weg
|
tour
|
omgang; ronde; ronde doen; rondgang; rondje; toer; zijn ronde doen
|
afstand; baan; baanvak; behendigheid; beurt; burchttoren; cirkel; draai; draaibank; etappe; expeditie; foefje; gekke streek; handigheid; kasteeltoren; kneep; kneepje; kring; kuier; kunst; kunstgreep; kunstje; list; loopje; maniertje; mars; omdraaiing; omgang hebben met; omloop; ommetje; omwenteling; pad; poets; rare streek; reis; rit; ronde; rondje; rondreis; rondrit; route; slimheid; slottoren; sluwe streek; spelletje; streek; tocht; tochtje; toer; toertje; toren; torenflat; torengebouw; torentje; tour; tournee; traject; trektocht; trip; truc; uitje; uitstapje; wandeling; wandeltocht; weg; wending; wolkenkrabber
|
tournée
|
omgang; rondgang; rondje; toer; zijn ronde doen
|
afstand; baan; baanvak; etappe; pad; rit; ronde; rondreis; rondrit; route; tochtje; toer; tour; tournee; traject; trip; weg
|
union charnelle
|
geslachtsgemeenschap; omgang; verkeer
|
|
union sexuelle
|
geslachtsgemeenschap; omgang; verkeer
|
|