Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. neutraliseren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor neutraliseren (Nederlands) in het Frans

neutraliseren:

neutraliseren werkwoord (neutraliseer, neutraliseert, neutraliseerde, neutraliseerden, geneutraliseerd)

  1. neutraliseren
    neutraliser
    • neutraliser werkwoord (neutralise, neutralises, neutralisons, neutralisez, )

Conjugations for neutraliseren:

o.t.t.
  1. neutraliseer
  2. neutraliseert
  3. neutraliseert
  4. neutraliseren
  5. neutraliseren
  6. neutraliseren
o.v.t.
  1. neutraliseerde
  2. neutraliseerde
  3. neutraliseerde
  4. neutraliseerden
  5. neutraliseerden
  6. neutraliseerden
v.t.t.
  1. heb geneutraliseerd
  2. hebt geneutraliseerd
  3. heeft geneutraliseerd
  4. hebben geneutraliseerd
  5. hebben geneutraliseerd
  6. hebben geneutraliseerd
v.v.t.
  1. had geneutraliseerd
  2. had geneutraliseerd
  3. had geneutraliseerd
  4. hadden geneutraliseerd
  5. hadden geneutraliseerd
  6. hadden geneutraliseerd
o.t.t.t.
  1. zal neutraliseren
  2. zult neutraliseren
  3. zal neutraliseren
  4. zullen neutraliseren
  5. zullen neutraliseren
  6. zullen neutraliseren
o.v.t.t.
  1. zou neutraliseren
  2. zou neutraliseren
  3. zou neutraliseren
  4. zouden neutraliseren
  5. zouden neutraliseren
  6. zouden neutraliseren
en verder
  1. ben geneutraliseerd
  2. bent geneutraliseerd
  3. is geneutraliseerd
  4. zijn geneutraliseerd
  5. zijn geneutraliseerd
  6. zijn geneutraliseerd
diversen
  1. neutraliseer!
  2. neutraliseert!
  3. geneutraliseerd
  4. neutraliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor neutraliseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
neutraliser neutraliseren onschadelijk maken; ontkrachten; ontzenuwen; weerleggen

Wiktionary: neutraliseren

neutraliseren
verb
  1. (overgankelijk)

Computer vertaling door derden: