Nederlands
Uitgebreide vertaling voor nauw (Nederlands) in het Frans
nauw:
-
nauw (nauwsluitend; strak)
serré; juste; étroit; étroitement; raide-
serré bijvoeglijk naamwoord
-
juste bijvoeglijk naamwoord
-
étroit bijvoeglijk naamwoord
-
étroitement bijvoeglijk naamwoord
-
raide bijvoeglijk naamwoord
-
-
nauw (van geringe breedte; eng; smalletjes; smal)
étroit; serré; petit; restreint; étouffé; ténu; étroitement; limité; étouffant; pressant; petitement-
étroit bijvoeglijk naamwoord
-
serré bijvoeglijk naamwoord
-
petit bijvoeglijk naamwoord
-
restreint bijvoeglijk naamwoord
-
étouffé bijvoeglijk naamwoord
-
ténu bijvoeglijk naamwoord
-
étroitement bijvoeglijk naamwoord
-
limité bijvoeglijk naamwoord
-
étouffant bijvoeglijk naamwoord
-
pressant bijvoeglijk naamwoord
-
petitement bijvoeglijk naamwoord
-
-
nauw (met weinig ruimte; eng; krap)
étroit; serré; restreint; étroitement; petitement; juste; tout juste; avec peu d'espace-
étroit bijvoeglijk naamwoord
-
serré bijvoeglijk naamwoord
-
restreint bijvoeglijk naamwoord
-
étroitement bijvoeglijk naamwoord
-
petitement bijvoeglijk naamwoord
-
juste bijvoeglijk naamwoord
-
tout juste bijvoeglijk naamwoord
-
avec peu d'espace bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor nauw:
Verwante woorden van "nauw":
Synoniemen voor "nauw":
Antoniemen van "nauw":
Verwante definities voor "nauw":
Wiktionary: nauw
nauw
Cross Translation:
adjective
nauw
-
een geringe breedte hebbend
- nauw → étroit
noun
-
toponymie|fr passage naturel par lequel deux mers communiquer.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nauw | → étroite; étroit | ↔ narrow — having a small width |
• nauw | → détroit | ↔ strait — narrow channel of water |
• nauw | → étroite; étroit | ↔ eng — schmal, nahe anliegend; von relativ geringer Ausdehnung |