Nederlands
Uitgebreide vertaling voor naïef (Nederlands) in het Frans
naïef:
-
naïef (goedgelovig)
naïf; naïvement; fidèle; trop confiant; pieux; crédule; pieusement; croyant; religieux; dévot; religieusement-
naïf bijvoeglijk naamwoord
-
naïvement bijvoeglijk naamwoord
-
fidèle bijvoeglijk naamwoord
-
trop confiant bijvoeglijk naamwoord
-
pieux bijvoeglijk naamwoord
-
crédule bijvoeglijk naamwoord
-
pieusement bijvoeglijk naamwoord
-
croyant bijvoeglijk naamwoord
-
religieux bijvoeglijk naamwoord
-
dévot bijvoeglijk naamwoord
-
religieusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
naïef (argeloos)
naïf; bête; candide; trop confiant; crédule; infantile; ingénu; naïvement; ingénument; sans artifice-
naïf bijvoeglijk naamwoord
-
bête bijvoeglijk naamwoord
-
candide bijvoeglijk naamwoord
-
trop confiant bijvoeglijk naamwoord
-
crédule bijvoeglijk naamwoord
-
infantile bijvoeglijk naamwoord
-
ingénu bijvoeglijk naamwoord
-
naïvement bijvoeglijk naamwoord
-
ingénument bijvoeglijk naamwoord
-
sans artifice bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor naïef:
Computer vertaling door derden: