Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. muis:
  2. mui:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor muis (Nederlands) in het Frans

muis:

muis [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de muis
    la souris
    • souris [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor muis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
souris muis grietje; muizen

Verwante woorden van "muis":


Verwante definities voor "muis":

  1. binnenkant van hand waar duim aan vast zit1
    • op de muis van zijn hand zat een wond1
  2. knaagdiertje met lange kale staart1
    • er zit een muis in de keukenkast1
  3. los onderdeel van computer waarmee je deze bedient1
    • je moet met de muis deze knop aanwijzen1

Wiktionary: muis

muis
noun
  1. Animal
  2. Périphérique informatique

Cross Translation:
FromToVia
muis souris house mouse — mouse of the species Mus musculus
muis souris mouse — rodent of the genus Mus
muis souris mouse — computing: input device
muis souris Mauskleines graues oder braunes Säugetier mit überwiegend langem Schwanz, rattenähnlich, in der Zuchtform auch weiß oder schwarz
muis souris MausGerät mit Funktion zur Eingabe von Signalen zur Bedienung von Computern

muis vorm van mui:

mui [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de mui
    la rigole; le canal; la baïne
    • rigole [la ~] zelfstandig naamwoord
    • canal [le ~] zelfstandig naamwoord
    • baïne [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mui:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baïne mui
canal mui communicatiekanaal; gracht; kanaal; vaart
rigole mui

Verwante woorden van "mui":