Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. motoren:
  2. motor:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor motoren (Nederlands) in het Frans

motoren:

motoren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de motoren (aandrijvingen; voortstuwingen)
    le moteurs; la motos; l'animateurs; le meneurs
    • moteurs [le ~] zelfstandig naamwoord
    • motos [la ~] zelfstandig naamwoord
    • animateurs [le ~] zelfstandig naamwoord
    • meneurs [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor motoren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
animateurs aandrijvingen; motoren; voortstuwingen gangmakers; stemmingmakers
meneurs aandrijvingen; motoren; voortstuwingen aanvoerders; hoofdmannen; kopmannen; leiders; voormannen
moteurs aandrijvingen; motoren; voortstuwingen
motos aandrijvingen; motoren; voortstuwingen motorfietsen

Verwante woorden van "motoren":


motor:

motor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de motor (aandrijving)
    le moteur; la propulsion; la traction; la mise en marche; l'actionnement; la poussée; la force propulsive
  2. de motor (krachtwerktuig)
    le moteur
    • moteur [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. de motor
    – machine die loopt op brandstof 1
    le moteur
    • moteur [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor motor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actionnement aandrijving; motor aandrijfmechanisme; aandrijving; aandrijvingsmechanisme; drijfwerk
force propulsive aandrijving; motor aandrijving; dynamiek; impuls; prikkel; stimulans; stuwkracht; voortstuwing
mise en marche aandrijving; motor aandrijfmechanisme; aandrijving; aandrijvingsmechanisme; aanmoediging; aansporen; aansporing; drijfwerk; inschakeling; opwekking; steun; stimulans
moteur aandrijving; krachtwerktuig; motor engine; programma
poussée aandrijving; motor aandrang; aandrift; aandrijfkracht; ambitie; daadkracht; drang; drijfkracht; drukte; duw; duwtje; dynamiek; eerzucht; energie; esprit; fut; gedrang; geduw; impuls; kracht; momentum; por; prikkel; puf; stimulans; stoot; stootje; stuwkracht; toeloop; toevloed; voortstuwing; werklust; zet
propulsion aandrijving; motor aandrift; aandrijfmechanisme; aandrijven; aandrijving; aandrijvingsmechanisme; aanjagen; aanmoediging; aansporen; aansporing; daadkracht; drijfwerk; dynamiek; energie; esprit; fut; kracht; mate van beweeglijkheid van het lichaam; momentum; motoriek; opstuwing; opwekking; puf; steun; stimulans; stuwkracht; voortstuwen; voortstuwing; werklust
traction aandrijving; motor aandrijving; stuwkracht; tractie; trekkracht; voortstuwing
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mise en marche gestart

Verwante woorden van "motor":


Verwante definities voor "motor":

  1. machine die loopt op brandstof1
    • wat voor motor zit er in dit apparaat?1
  2. vervoermiddel op twee wielen en machine die hem voortbeweegt1
    • we gaan op de motor naar Italië1

Wiktionary: motor

motor
noun
  1. krachtbron
  2. voertuig
motor
noun
  1. anatomie|fr muscles qui font se mouvoir un membre.
  2. véhicule motorisé à deux roues de puissance suffisante pour rouler sur les routes au même titre que les automobiles.

Cross Translation:
FromToVia
motor moteur engine — mechanical device
motor moteur motor — engine

Computer vertaling door derden: