Nederlands
Uitgebreide vertaling voor modern (Nederlands) in het Frans
modern:
-
modern (eigentijds; hedendaags)
contemporain; présent; actuel; moderne; qui est propre à une époque; de nos jours; libéral; d'aujourd'hui-
contemporain bijvoeglijk naamwoord
-
présent bijvoeglijk naamwoord
-
actuel bijvoeglijk naamwoord
-
moderne bijvoeglijk naamwoord
-
qui est propre à une époque bijvoeglijk naamwoord
-
de nos jours bijvoeglijk naamwoord
-
libéral bijvoeglijk naamwoord
-
d'aujourd'hui bijvoeglijk naamwoord
-
-
modern (bijdetijds; actueel)
actuel; au goût du jour; à la page; moderne; d'actualité; d'aujourd'hui-
actuel bijvoeglijk naamwoord
-
au goût du jour bijvoeglijk naamwoord
-
à la page bijvoeglijk naamwoord
-
moderne bijvoeglijk naamwoord
-
d'actualité bijvoeglijk naamwoord
-
d'aujourd'hui bijvoeglijk naamwoord
-
-
modern (in de mode; nieuwerwets)
moderne; de nos jours; récent-
moderne bijvoeglijk naamwoord
-
de nos jours bijvoeglijk naamwoord
-
récent bijvoeglijk naamwoord
-