Nederlands
Uitgebreide vertaling voor modelleren (Nederlands) in het Frans
modelleren:
-
modelleren (vorm geven; vormen; boetseren)
former; exister; modeler; faire du modelage; travailler; façonner; mouler; pétrir-
former werkwoord (forme, formes, formons, formez, forment, formais, formait, formions, formiez, formaient, formai, formas, forma, formâmes, formâtes, formèrent, formerai, formeras, formera, formerons, formerez, formeront)
-
exister werkwoord (existe, existes, existons, existez, existent, existais, existait, existions, existiez, existaient, existai, existas, exista, existâmes, existâtes, existèrent, existerai, existeras, existera, existerons, existerez, existeront)
-
modeler werkwoord (modèle, modèles, modelons, modelez, modèlent, modelais, modelait, modelions, modeliez, modelaient, modelai, modelas, modela, modelâmes, modelâtes, modelèrent, modèlerai, modèleras, modèlera, modèlerons, modèlerez, modèleront)
-
faire du modelage werkwoord
-
travailler werkwoord (travaille, travailles, travaillons, travaillez, travaillent, travaillais, travaillait, travaillions, travailliez, travaillaient, travaillai, travaillas, travailla, travaillâmes, travaillâtes, travaillèrent, travaillerai, travailleras, travaillera, travaillerons, travaillerez, travailleront)
-
façonner werkwoord (façonne, façonnes, façonnons, façonnez, façonnent, façonnais, façonnait, façonnions, façonniez, façonnaient, façonnai, façonnas, façonna, façonnâmes, façonnâtes, façonnèrent, façonnerai, façonneras, façonnera, façonnerons, façonnerez, façonneront)
-
mouler werkwoord (moule, moules, moulons, moulez, moulent, moulais, moulait, moulions, mouliez, moulaient, moulai, moulas, moula, moulâmes, moulâtes, moulèrent, moulerai, mouleras, moulera, moulerons, moulerez, mouleront)
-
pétrir werkwoord (pétris, pétrit, pétrissons, pétrissez, pétrissent, pétrissais, pétrissait, pétrissions, pétrissiez, pétrissaient, pétrîmes, pétrîtes, pétrirent, pétrirai, pétriras, pétrira, pétrirons, pétrirez, pétriront)
-
-
modelleren (vormen; vervaardigen; kneden; maken)
former; façonner; modeler; mouler-
former werkwoord (forme, formes, formons, formez, forment, formais, formait, formions, formiez, formaient, formai, formas, forma, formâmes, formâtes, formèrent, formerai, formeras, formera, formerons, formerez, formeront)
-
façonner werkwoord (façonne, façonnes, façonnons, façonnez, façonnent, façonnais, façonnait, façonnions, façonniez, façonnaient, façonnai, façonnas, façonna, façonnâmes, façonnâtes, façonnèrent, façonnerai, façonneras, façonnera, façonnerons, façonnerez, façonneront)
-
modeler werkwoord (modèle, modèles, modelons, modelez, modèlent, modelais, modelait, modelions, modeliez, modelaient, modelai, modelas, modela, modelâmes, modelâtes, modelèrent, modèlerai, modèleras, modèlera, modèlerons, modèlerez, modèleront)
-
mouler werkwoord (moule, moules, moulons, moulez, moulent, moulais, moulait, moulions, mouliez, moulaient, moulai, moulas, moula, moulâmes, moulâtes, moulèrent, moulerai, mouleras, moulera, moulerons, moulerez, mouleront)
-
Conjugations for modelleren:
o.t.t.
- modelleer
- modelleert
- modelleert
- modelleren
- modelleren
- modelleren
o.v.t.
- modelleerde
- modelleerde
- modelleerde
- modelleerden
- modelleerden
- modelleerden
v.t.t.
- heb gemodelleerd
- hebt gemodelleerd
- heeft gemodelleerd
- hebben gemodelleerd
- hebben gemodelleerd
- hebben gemodelleerd
v.v.t.
- had gemodelleerd
- had gemodelleerd
- had gemodelleerd
- hadden gemodelleerd
- hadden gemodelleerd
- hadden gemodelleerd
o.t.t.t.
- zal modelleren
- zult modelleren
- zal modelleren
- zullen modelleren
- zullen modelleren
- zullen modelleren
o.v.t.t.
- zou modelleren
- zou modelleren
- zou modelleren
- zouden modelleren
- zouden modelleren
- zouden modelleren
en verder
- ben gemodelleerd
- bent gemodelleerd
- is gemodelleerd
- zijn gemodelleerd
- zijn gemodelleerd
- zijn gemodelleerd
diversen
- modelleer!
- modelleert!
- gemodelleerd
- modellerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor modelleren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
exister | boetseren; modelleren; vorm geven; vormen | bestaan; existeren; leven; zijn |
faire du modelage | boetseren; modelleren; vorm geven; vormen | |
façonner | boetseren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vorm geven; vormen | behandelen; fatsoeneren; onder behandeling nemen |
former | boetseren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vorm geven; vormen | bekwamen; bijbrengen; coachen; formeren; grootbrengen; harden; in het leven roepen; leren; maken; oefenen; onderwijzen; opvoeden; scheppen; trainen; vormen; vormgeven |
modeler | boetseren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vorm geven; vormen | vormgeven |
mouler | boetseren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vorm geven; vormen | met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen; overspannen |
pétrir | boetseren; modelleren; vorm geven; vormen | |
travailler | boetseren; modelleren; vorm geven; vormen | arbeiden; instuderen; leren; uit werken gaan; werken; werkzaam zijn |
Wiktionary: modelleren
modelleren
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• modelleren | → modeler; façonner | ↔ hew — to shape; to form |
• modelleren | → modéliser | ↔ model — use as a model |
• modelleren | → modéliser | ↔ model — make a miniature model |
• modelleren | → modeler | ↔ model — create from a substance |
Computer vertaling door derden: