Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. modder:
  2. modderen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor modder (Nederlands) in het Frans

modder:

modder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de modder (bagger; slib; prut; slik; slijk)
    la boue; la bourbe; la vase; le limon; la gadoue
    • boue [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bourbe [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vase [la ~] zelfstandig naamwoord
    • limon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gadoue [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor modder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boue bagger; modder; prut; slib; slijk; slik drabbigheid
bourbe bagger; modder; prut; slib; slijk; slik
gadoue bagger; modder; prut; slib; slijk; slik
limon bagger; modder; prut; slib; slijk; slik
vase bagger; modder; prut; slib; slijk; slik vaas

Verwante woorden van "modder":


Wiktionary: modder

modder
noun
  1. mengsel van aarde, vuil en water
modder
noun
  1. fange des rue et des chemins, formée d'un mélange plus ou moins consistant de terre, sable, matière organique et d'eau.
  2. Couche épaisse de boue

Cross Translation:
FromToVia
modder fange; boue mud — mixture of soil and water
modder boue mud — willfull remarks or claims
modder boue Matsch — (umgangssprachlich) nasse Erde; dickflüssiger, breiiger Schmutz
modder bourbe; vase; boue Schlamm — mit Wasser vermischte Erde, Dreck, Schmutz, Morast

modderen:

modderen werkwoord (modder, moddert, modderde, modderden, gemodderd)

  1. modderen
    patauger
    • patauger werkwoord (patauge, patauges, pataugeons, pataugez, )

Conjugations for modderen:

o.t.t.
  1. modder
  2. moddert
  3. moddert
  4. modderen
  5. modderen
  6. modderen
o.v.t.
  1. modderde
  2. modderde
  3. modderde
  4. modderden
  5. modderden
  6. modderden
v.t.t.
  1. heb gemodderd
  2. hebt gemodderd
  3. heeft gemodderd
  4. hebben gemodderd
  5. hebben gemodderd
  6. hebben gemodderd
v.v.t.
  1. had gemodderd
  2. had gemodderd
  3. had gemodderd
  4. hadden gemodderd
  5. hadden gemodderd
  6. hadden gemodderd
o.t.t.t.
  1. zal modderen
  2. zult modderen
  3. zal modderen
  4. zullen modderen
  5. zullen modderen
  6. zullen modderen
o.v.t.t.
  1. zou modderen
  2. zou modderen
  3. zou modderen
  4. zouden modderen
  5. zouden modderen
  6. zouden modderen
diversen
  1. modder!
  2. moddert!
  3. gemodderd
  4. modderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor modderen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
patauger modderen aanrommelen; aanrotzooien; knoeien; pootjebaden; rotzooien; scharrelen; scharrelen van kip

Verwante woorden van "modderen":


Wiktionary: modderen

modderen
verb
  1. maçonnerie|fr délayer du plâtre, du mortier avec de l’eau.