Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- missen:
- mis:
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor missen:
- louper, moquer
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor missen (Nederlands) in het Frans
missen:
-
missen (vermissen)
manquer; perdre; ne pas retrouver-
manquer werkwoord (manque, manques, manquons, manquez, manquent, manquais, manquait, manquions, manquiez, manquaient, manquai, manquas, manqua, manquâmes, manquâtes, manquèrent, manquerai, manqueras, manquera, manquerons, manquerez, manqueront)
-
perdre werkwoord (perds, perd, perdons, perdez, perdent, perdais, perdait, perdions, perdiez, perdaient, perdis, perdit, perdîmes, perdîtes, perdirent, perdrai, perdras, perdra, perdrons, perdrez, perdront)
-
ne pas retrouver werkwoord
-
-
missen (iets mislopen; mislopen)
rater; ne pas obtenir quelque chose-
rater werkwoord (rate, rates, ratons, ratez, ratent, ratais, ratait, rations, ratiez, rataient, ratai, ratas, rata, ratâmes, ratâtes, ratèrent, raterai, rateras, ratera, raterons, raterez, rateront)
-
ne pas obtenir quelque chose werkwoord
-
Conjugations for missen:
o.t.t.
- mis
- mist
- mist
- missen
- missen
- missen
o.v.t.
- miste
- miste
- miste
- misten
- misten
- misten
v.t.t.
- heb gemist
- hebt gemist
- heeft gemist
- hebben gemist
- hebben gemist
- hebben gemist
v.v.t.
- had gemist
- had gemist
- had gemist
- hadden gemist
- hadden gemist
- hadden gemist
o.t.t.t.
- zal missen
- zult missen
- zal missen
- zullen missen
- zullen missen
- zullen missen
o.v.t.t.
- zou missen
- zou missen
- zou missen
- zouden missen
- zouden missen
- zouden missen
diversen
- mis!
- mist!
- gemist
- missend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor missen:
Verwante woorden van "missen":
Antoniemen van "missen":
Verwante definities voor "missen":
Wiktionary: missen
missen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• missen | → manquer | ↔ lack — be without, need, require |
• missen | → manquer; rater | ↔ miss — to fail to hit |
• missen | → languir; manquer | ↔ miss — to feel the absence of someone or something |
• missen | → rater | ↔ miss — to be late for something |
• missen | → manquer | ↔ entbehren — K|trans.|gehoben das Nichtvorhandensein einer Person beziehungsweise einer Sache als persönlichen Mangel empfindend erdulden müssen |
missen vorm van mis:
-
de mis (dienst; kerkviering)
-
mis (onjuist; verkeerd; foutief; ten onrechte; fout; ernaast; onwaar)
faux; incorrecte; fausse; erroné; incorrect; malicieux; raté; à côté; inexact; fripon; polisson-
faux bijvoeglijk naamwoord
-
incorrecte bijvoeglijk naamwoord
-
fausse bijvoeglijk naamwoord
-
erroné bijvoeglijk naamwoord
-
incorrect bijvoeglijk naamwoord
-
malicieux bijvoeglijk naamwoord
-
raté bijvoeglijk naamwoord
-
à côté bijvoeglijk naamwoord
-
inexact bijvoeglijk naamwoord
-
fripon bijvoeglijk naamwoord
-
polisson bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor mis:
Verwante woorden van "mis":
Wiktionary: mis
mis
Cross Translation:
noun
mis
-
een godsdienstoefening in de katholieke kerk, een eucharistieviering
- mis → messe
noun
-
(christianisme) rite catholique qui commémore la mort de Jésus-Christ, et qui se fait par le ministère du prêtre devant un autel.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• mis | → messe | ↔ Mass — (Roman Catholic Church) the principal liturgical service |
• mis | → messe | ↔ mass — religion: Eucharist |
• mis | → messe | ↔ mass — religion: celebration of the Eucharist |
• mis | → messe | ↔ mess — Mass; church service |
• mis | → faux; incorrect; mauvais | ↔ wrong — incorrect |