Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. misbruikt:
  2. misbruiken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor misbruikt (Nederlands) in het Frans

misbruikt:

misbruikt bijvoeglijk naamwoord

  1. misbruikt (verkracht)
    abusé; violé

Vertaal Matrix voor misbruikt:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abusé misbruikt; verkracht
violé misbruikt; verkracht

misbruikt vorm van misbruiken:

misbruiken werkwoord (misbruik, misbruikt, misbruikte, misbruikten, misbruikt)

  1. misbruiken
    abuser de

Conjugations for misbruiken:

o.t.t.
  1. misbruik
  2. misbruikt
  3. misbruikt
  4. misbruiken
  5. misbruiken
  6. misbruiken
o.v.t.
  1. misbruikte
  2. misbruikte
  3. misbruikte
  4. misbruikten
  5. misbruikten
  6. misbruikten
v.t.t.
  1. heb misbruikt
  2. hebt misbruikt
  3. heeft misbruikt
  4. hebben misbruikt
  5. hebben misbruikt
  6. hebben misbruikt
v.v.t.
  1. had misbruikt
  2. had misbruikt
  3. had misbruikt
  4. hadden misbruikt
  5. hadden misbruikt
  6. hadden misbruikt
o.t.t.t.
  1. zal misbruiken
  2. zult misbruiken
  3. zal misbruiken
  4. zullen misbruiken
  5. zullen misbruiken
  6. zullen misbruiken
o.v.t.t.
  1. zou misbruiken
  2. zou misbruiken
  3. zou misbruiken
  4. zouden misbruiken
  5. zouden misbruiken
  6. zouden misbruiken
en verder
  1. ben misbruikt
  2. bent misbruikt
  3. is misbruikt
  4. zijn misbruikt
  5. zijn misbruikt
  6. zijn misbruikt
diversen
  1. misbruik!
  2. misbruikt!
  3. misbruikt
  4. misbruikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor misbruiken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abuser de misbruiken onteren; ontwijden

Verwante woorden van "misbruiken":


Wiktionary: misbruiken


Cross Translation:
FromToVia
misbruiken abuser abuse — to use improperly
misbruiken abuser abuse — to rape