Nederlands
Uitgebreide vertaling voor misbaar (Nederlands) in het Frans
misbaar:
-
misbaar (ontbeerlijk)
dispensable; remplaçable; qui n'est pas indispensable-
dispensable bijvoeglijk naamwoord
-
remplaçable bijvoeglijk naamwoord
-
qui n'est pas indispensable bijvoeglijk naamwoord
-
-
het misbaar
Vertaal Matrix voor misbaar:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
clameur | misbaar | gegil; gekrijs; geschreeuw |
vacarme | misbaar | beroering; drukte; gebrom; gebrul; gebulder; gedruis; gejoel; gejubel; gekrijs; geluid; gemurmel; geraas; geroezemoes; geschreeuw; heibel; heksenketel; herrie; kabaal; kouwe drukte; lawaai; leven; ophef; opschudding; pandemonium; rumoer; spektakel; tumult |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dispensable | misbaar; ontbeerlijk | |
qui n'est pas indispensable | misbaar; ontbeerlijk | |
remplaçable | misbaar; ontbeerlijk | vervangbaar |