Nederlands
Uitgebreide vertaling voor mijmerend (Nederlands) in het Frans
mijmerend:
-
mijmerend (in gedachten verzonken; nadenkend; peinzend)
songeur; méditatif; rêveur; pensif; être absorbé dans ses pensées-
songeur bijvoeglijk naamwoord
-
méditatif bijvoeglijk naamwoord
-
rêveur bijvoeglijk naamwoord
-
pensif bijvoeglijk naamwoord
-
être absorbé dans ses pensées bijvoeglijk naamwoord
-
-
mijmerend (soezend; dromerig; suffend)
Vertaal Matrix voor mijmerend:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rêveur | dromer; fantast; mijmeraar; suffig mens; utopist | |
songeur | dromer; fantast; mijmeraar; utopist | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
méditatif | in gedachten verzonken; mijmerend; nadenkend; peinzend | beschouwbaar; beschouwelijk; beschouwend; contemplatief |
pensif | in gedachten verzonken; mijmerend; nadenkend; peinzend | |
rêveur | dromerig; in gedachten verzonken; mijmerend; nadenkend; peinzend; soezend; suffend | dromerig; geneigd te dromen |
somnolent | dromerig; mijmerend; soezend; suffend | doezelig; dommelig; lodderig; slaapdronken; slaperig; soezerig; soezig; suf; suffig; versuft |
songeur | in gedachten verzonken; mijmerend; nadenkend; peinzend | dromerig; geneigd te dromen |
être absorbé dans ses pensées | in gedachten verzonken; mijmerend; nadenkend; peinzend |
mijmeren:
-
mijmeren
songer; rêver; méditer sur-
songer werkwoord (songe, songes, songeons, songez, songent, songeais, songeait, songions, songiez, songeaient, songeai, songeas, songea, songeâmes, songeâtes, songèrent, songerai, songeras, songera, songerons, songerez, songeront)
-
rêver werkwoord (rêve, rêves, rêvons, rêvez, rêvent, rêvais, rêvait, rêvions, rêviez, rêvaient, rêvai, rêvas, rêva, rêvâmes, rêvâtes, rêvèrent, rêverai, rêveras, rêvera, rêverons, rêverez, rêveront)
-
méditer sur werkwoord
-
Conjugations for mijmeren:
o.t.t.
- mijmer
- mijmert
- mijmert
- mijmeren
- mijmeren
- mijmeren
o.v.t.
- mijmerde
- mijmerde
- mijmerde
- mijmerden
- mijmerden
- mijmerden
v.t.t.
- heb gemijmerd
- hebt gemijmerd
- heeft gemijmerd
- hebben gemijmerd
- hebben gemijmerd
- hebben gemijmerd
v.v.t.
- had gemijmerd
- had gemijmerd
- had gemijmerd
- hadden gemijmerd
- hadden gemijmerd
- hadden gemijmerd
o.t.t.t.
- zal mijmeren
- zult mijmeren
- zal mijmeren
- zullen mijmeren
- zullen mijmeren
- zullen mijmeren
o.v.t.t.
- zou mijmeren
- zou mijmeren
- zou mijmeren
- zouden mijmeren
- zouden mijmeren
- zouden mijmeren
diversen
- mijmer!
- mijmert!
- gemijmerd
- mijmerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor mijmeren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
méditer sur | mijmeren | |
rêver | mijmeren | dromen |
songer | mijmeren | bedenken; beschouwen; bespiegelen; dromen; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen; zinnen op |
Computer vertaling door derden: