Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. met z'n beiden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor met z'n beiden (Nederlands) in het Frans

met z'n beiden:

met z'n beiden bijvoeglijk naamwoord

  1. met z'n beiden (samen; gezamenlijk; tezamen)
    ensemble; à deux; en commun; tous les deux; commun; collectif; réuni

Vertaal Matrix voor met z'n beiden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
collectif collectief
ensemble combinatie; complet; ensemble; ensemble kleding; groep van twee of meer; herenkostuum; koppel; kostuum; maatpak; pak; samenstelling; span; stel; tenue; uniform
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
ensemble artikelpakket; benoemde set; set
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
collectif gezamenlijk; met z'n beiden; samen; tezamen algemeen; communaal; een groep toebehorend; frontaal; gedeeld; gemeenschappelijk; gezamenlijk; klassikaal; meegevoeld; meer personen betreffend; met zijn allen; saam; tezamen
commun gezamenlijk; met z'n beiden; samen; tezamen algemeen; alledaags; bij elkaar; bijeen; communaal; courant; een groep toebehorend; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gedeeld; gemeen; gemeenschappelijk; gewoon; gezamenlijk; grof; meegevoeld; meer personen betreffend; met zijn allen; niets bijzonders; normaal; ordinair; plat; platvloers; samen; tezamen; vulgair
en commun gezamenlijk; met z'n beiden; samen; tezamen bij elkaar; bijeen; gedeeld; gemeenschappelijk; gezamenlijk; meegevoeld; met zijn allen; saam; samen; tezamen
ensemble gezamenlijk; met z'n beiden; samen; tezamen bij elkaar; bijeen; gemeenschappelijk; gezamenlijk; in elkaar; ineen; met zijn allen; saam; samen; tezamen
réuni gezamenlijk; met z'n beiden; samen; tezamen aaneen; aaneengesloten; bij elkaar; bijeen; een eenheid vormend; eendrachtig; eensgezind; gemeenschappelijk; gezamenlijk; harmonieus; in elkaar; ineen; met zijn allen; saamhorig; samen; samenhangend; tezamen; verbonden; verenigd
tous les deux gezamenlijk; met z'n beiden; samen; tezamen allebei; beiden
à deux gezamenlijk; met z'n beiden; samen; tezamen gepaard; twee aan twee

Verwante vertalingen van met z'n beiden