Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. meerijden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor meerijden (Nederlands) in het Frans

meerijden:

meerijden werkwoord (rijd mee, rijdt mee, reed mee, reden mee, meegereden)

  1. meerijden
    accompagner
    • accompagner werkwoord (accompagne, accompagnes, accompagnons, accompagnez, )

Conjugations for meerijden:

o.t.t.
  1. rijd mee
  2. rijdt mee
  3. rijdt mee
  4. rijden mee
  5. rijden mee
  6. rijden mee
o.v.t.
  1. reed mee
  2. reed mee
  3. reed mee
  4. reden mee
  5. reden mee
  6. reden mee
v.t.t.
  1. ben meegereden
  2. bent meegereden
  3. is meegereden
  4. zijn meegereden
  5. zijn meegereden
  6. zijn meegereden
v.v.t.
  1. was meegereden
  2. was meegereden
  3. was meegereden
  4. waren meegereden
  5. waren meegereden
  6. waren meegereden
o.t.t.t.
  1. zal meerijden
  2. zult meerijden
  3. zal meerijden
  4. zullen meerijden
  5. zullen meerijden
  6. zullen meerijden
o.v.t.t.
  1. zou meerijden
  2. zou meerijden
  3. zou meerijden
  4. zouden meerijden
  5. zouden meerijden
  6. zouden meerijden
en verder
  1. heb meegereden
  2. hebt meegereden
  3. heeft meegereden
  4. hebben meegereden
  5. hebben meegereden
  6. hebben meegereden
diversen
  1. rijd mee!
  2. rijdt mee!
  3. meegereden
  4. meerijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor meerijden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accompagner meerijden begeleiden; chaperonneren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; rondleiden; vergezellen; volgen; wegbrengen

Verwante vertalingen van meerijden