Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. mannelijkheid:
  2. mannelijk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mannelijkheid (Nederlands) in het Frans

mannelijkheid:

mannelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de mannelijkheid (manlijkheid)
    la masculinité; la virilité

Vertaal Matrix voor mannelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
masculinité manlijkheid; mannelijkheid
virilité manlijkheid; mannelijkheid

Verwante woorden van "mannelijkheid":


Wiktionary: mannelijkheid


Cross Translation:
FromToVia
mannelijkheid virilité; masculinité manliness — similarity to man

mannelijkheid vorm van mannelijk:

mannelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. mannelijk (viriel; potent)
    masculin; mâle; viril; virilement

Vertaal Matrix voor mannelijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mâle mannetje; mannetjesdier
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
masculin mannelijk; potent; viriel
mâle mannelijk; potent; viriel
viril mannelijk; potent; viriel manhaftig
virilement mannelijk; potent; viriel

Verwante woorden van "mannelijk":

  • mannelijkheid, mannelijker, mannelijkere, mannelijkst, mannelijkste, mannelijke

Wiktionary: mannelijk

mannelijk
adjective
  1. tot geslacht behorend dat voor bevruchting zorgt
  2. behorend tot het mannelijke woordgeslacht

Cross Translation:
FromToVia
mannelijk hommasse butch — of a man
mannelijk masculin; mâle male — belonging or referring to the sex having the smaller gametes
mannelijk mâle male — having an external plug
mannelijk viril manly — having the characteristics of a man
mannelijk masculin masculine — of the male sex; biologically male, not female; manly
mannelijk masculin masculine — belonging to males; appropriated to, or used by, males
mannelijk masculin masculine — having male qualities, not feminine or effeminate
mannelijk masculin masculine — grammar: being of the masculine class, being inflected in the masculine manner
mannelijk viril virile — being manly
mannelijk viril mannhaft — männlich, in der Art eines Mannes