Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. machtigingen:
  2. machtiging:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor machtigingen (Nederlands) in het Frans

machtigingen:

machtigingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de machtigingen (volmachten)
    la procurations; le mandats
  2. de machtigingen (toegangsmachtigingen)

Vertaal Matrix voor machtigingen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mandats machtigingen; volmachten mandaten
procurations machtigingen; volmachten
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
autorisations machtigingen; toegangsmachtigingen
autorisations d'accès machtigingen; toegangsmachtigingen

Verwante woorden van "machtigingen":


machtiging:

machtiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de machtiging (autorisatie; volmacht; toestemming; fiat)
    l'autorisation; l'approbation; la permission; la procuration; le consentement
  2. de machtiging (autorisatie; toestemming; fiat)
    l'autorisation; la permission; le consentement
  3. de machtiging
    l'autorisation

Vertaal Matrix voor machtiging:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
approbation autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht accoord; akkoord; bijval; goedkeuring; goedkeuringsactiviteit; instemmen; instemming; toestemming; welbevinden
autorisation autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht akkoord; autorisatie; fiat; geven van volmacht; goedkeuring; goedvinden; instemming; lastbrief; lastgeving; licentie; machtigingsformulier; mandaat; permissie; procuratie; toelating; toestemming; vergunning; volmacht; vrijbrief
consentement autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht afspraak; akkoord; bijval; goedkeuring; instemming; jawoord; meegaandheid; overeenkomst; regeling; schikking; volgzaamheid
permission autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht akkoord; bergpas; fiat; goedkeuring; goedvinden; instemming; licentie; pas; permissie; snipperdag; toelating; toestemming; vakantie; vergunning; verlof; verlofjaar; verlofpas; verloftijd
procuration autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht geven van volmacht; lastbrief; lastgeving; licentie; mandaat; procuratie; vergunning; verschaffing; volmacht; voorziening

Verwante woorden van "machtiging":


Wiktionary: machtiging

machtiging
noun
  1. action d’autoriser.
  2. Attestation écrite donnant pouvoir à quelqu’un.

Cross Translation:
FromToVia
machtiging autorisation authorization — act of authorizing