Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. macht uitoefenen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor macht uitoefenen (Nederlands) in het Frans

macht uitoefenen:

macht uitoefenen werkwoord (oefen macht uit, oefent macht uit, oefende macht uit, oefenden macht uit, macht uitgeoefend)

  1. macht uitoefenen (gezaghebben; overheersen; regeren; heersen)
    régir; gouverner; diriger; maîtriser; dominer; commander
    • régir werkwoord (régis, régit, régissons, régissez, )
    • gouverner werkwoord (gouverne, gouvernes, gouvernons, gouvernez, )
    • diriger werkwoord (dirige, diriges, dirigeons, dirigez, )
    • maîtriser werkwoord (maîtrise, maîtrises, maîtrisons, maîtrisez, )
    • dominer werkwoord (domine, domines, dominons, dominez, )
    • commander werkwoord (commande, commandes, commandons, commandez, )

Conjugations for macht uitoefenen:

o.t.t.
  1. oefen macht uit
  2. oefent macht uit
  3. oefent macht uit
  4. oefenen macht uit
  5. oefenen macht uit
  6. oefenen macht uit
o.v.t.
  1. oefende macht uit
  2. oefende macht uit
  3. oefende macht uit
  4. oefenden macht uit
  5. oefenden macht uit
  6. oefenden macht uit
v.t.t.
  1. heb macht uitgeoefend
  2. hebt macht uitgeoefend
  3. heeft macht uitgeoefend
  4. hebben macht uitgeoefend
  5. hebben macht uitgeoefend
  6. hebben macht uitgeoefend
v.v.t.
  1. had macht uitgeoefend
  2. had macht uitgeoefend
  3. had macht uitgeoefend
  4. hadden macht uitgeoefend
  5. hadden macht uitgeoefend
  6. hadden macht uitgeoefend
o.t.t.t.
  1. zal macht uitoefenen
  2. zult macht uitoefenen
  3. zal macht uitoefenen
  4. zullen macht uitoefenen
  5. zullen macht uitoefenen
  6. zullen macht uitoefenen
o.v.t.t.
  1. zou macht uitoefenen
  2. zou macht uitoefenen
  3. zou macht uitoefenen
  4. zouden macht uitoefenen
  5. zouden macht uitoefenen
  6. zouden macht uitoefenen
diversen
  1. oefen macht uit!
  2. oefent macht uit!
  3. macht uitgeoefend
  4. macht uitoefenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor macht uitoefenen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
commander gezaghebben; heersen; macht uitoefenen; overheersen; regeren aanvoeren; bestellen; besturen; bevel voeren over; bevelen; commanderen; decreteren; dicteren; gebieden; gelasten; iem. afdwingen; leiden; leiding geven; leidinggeven; managen; ontrukken; onttrekken; opdragen; orderen; verordenen; voorschrijven; voorzitten
diriger gezaghebben; heersen; macht uitoefenen; overheersen; regeren aansturen; aanvoeren; administreren; begeleiden; beheren; besturen; bevel voeren over; bevelen; commanderen; decreteren; erdoor loodsen; gebieden; gelasten; karren; leiden; leiding geven; leidinggeven; managen; meevoeren; opdragen; rijden; verordenen; voeren; voorzitten
dominer gezaghebben; heersen; macht uitoefenen; overheersen; regeren bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; de overhand hebben; domineren; groeien; groot worden; heerschappij voeren; heersen; heersen over; in bedwang houden; intomen; machtiger zijn; matigen; onder gezag brengen; onderdrukken; onderwerpen; opgroeien; overheersen; overmannen; overmeesteren; overweldigen; terughouden; uitrijzen; uittorenen; zich meester maken van
gouverner gezaghebben; heersen; macht uitoefenen; overheersen; regeren aanvoeren; bedwingen; beheersen; besturen; beteugelen; bevel voeren over; commanderen; de overhand hebben; heerschappij voeren; heersen; heersen over; in bedwang houden; leiden; leiding geven; leidinggeven; machtiger zijn; managen; onderdrukken; onderwerpen; overheersen; terughouden; voorzitten
maîtriser gezaghebben; heersen; macht uitoefenen; overheersen; regeren bedaren; bedwingen; beheersen; beperken; beteugelen; de overhand hebben; domineren; in bedwang houden; indammen; inkapselen; inperken; intomen; leerstof beheersen; limiteren; matigen; onder de knie hebben; onder gezag brengen; onderdrukken; onderwerpen; overheersen; overmannen; overmeesteren; overweldigen; terughouden; zich meester maken van
régir gezaghebben; heersen; macht uitoefenen; overheersen; regeren bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; opdragen; verordenen

Verwante vertalingen van macht uitoefenen