Nederlands

Uitgebreide vertaling voor losjes (Nederlands) in het Frans

losjes:

losjes bijwoord

  1. losjes (terloops; in het voorbijgaan)
    décontracté; incidemment; sans contrainte; familier; négligemment; entre la poire et le fromage; en courant; en passant
  2. losjes (speels; luchthartig; luchtig)
    ludique; léger

Vertaal Matrix voor losjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
familier gast; habitué; stamgast; vaste klant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
décontracté in het voorbijgaan; losjes; terloops informeel; natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld; voorlopig; vrijblijvend
en courant in het voorbijgaan; losjes; terloops lopend
en passant in het voorbijgaan; losjes; terloops terloops; terzijde
entre la poire et le fromage in het voorbijgaan; losjes; terloops
familier in het voorbijgaan; losjes; terloops aangenaam; bekend; brutaal; familiair; fijn; gemeenzaam; genoeglijk; gezellig; huiselijk; informeel; knus; knusjes; lekker; makkelijk in de omgang; niet beschroomd; onbeschroomd; onderhoudend; plezierig; prettig; sociabel; stoutmoedig; tutoyerend; vertrouwd; voorlopig; vrijblijvend; vrijmoedig; vrijpostig
incidemment in het voorbijgaan; losjes; terloops
ludique losjes; luchthartig; luchtig; speels gerust; luchthartig; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; zorgeloos
léger losjes; luchthartig; luchtig; speels eenvoudig; frivool; gemakkelijk; hups; in een handomdraai; licht; lichtwegend; lichtzinnig; losbandig; loszinnig; makkelijk; moeiteloos; niet moeilijk; simpel; vanzelf; wuft; zonder moeite
négligemment in het voorbijgaan; losjes; terloops door elkaar; dooreen; flodderig; haveloos; morsig; nalatig; onachtzaam; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig
sans contrainte in het voorbijgaan; losjes; terloops 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; in een handomdraai; informeel; logisch; moeiteloos; natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld; onontkomelijk; onverplicht; spontaan; uit vrije wil; uiteraard; vanzelf; vanzelfsprekend; voorlopig; vrijblijvend; vrijwillig; zeker; zonder moeite; zonder twijfel