Nederlands
Uitgebreide vertaling voor los van elkaar (Nederlands) in het Frans
los van elkaar:
-
los van elkaar (gescheiden; apart; separaat)
détaché; singulier; à part; singulièrement; curieux; particulier-
détaché bijvoeglijk naamwoord
-
singulier bijvoeglijk naamwoord
-
à part bijvoeglijk naamwoord
-
singulièrement bijvoeglijk naamwoord
-
curieux bijvoeglijk naamwoord
-
particulier bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor los van elkaar:
Computer vertaling door derden: