Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. loper:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor loper (Nederlands) in het Frans

loper:

loper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de loper (jogger; renner; hardloper; sprinter)
    le jogger; le coureur; le marcheur; le sprinter
    • jogger [le ~] zelfstandig naamwoord
    • coureur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • marcheur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • sprinter [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor loper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coureur hardloper; jogger; loper; renner; sprinter autocoureur; coureur; hardrijder; korteafstandloper; loopvogel; renner; sprinter; wielrenner
jogger hardloper; jogger; loper; renner; sprinter
marcheur hardloper; jogger; loper; renner; sprinter renner; voetreiziger; wielrenner
sprinter hardloper; jogger; loper; renner; sprinter korteafstandloper; sprinter
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sprinter draven; galopperen; hard rennen; hardlopen; hollen; pezen; rennen; sprinten; spurten

Verwante woorden van "loper":

  • lopers, lopertje, lopertjes

Wiktionary: loper

loper
noun
  1. Celui, celle qui se livrer à l’exercice de la course.
  2. Pièce du jeu d’échecs.

Cross Translation:
FromToVia
loper fou bishop — chess piece
loper passepartout; passe-partout; passe master key — a key that opens a set of several locks
loper passe-partout skeleton key — a key that opens a range of locks
loper fou LäuferSchachfigur, die man nur diagonal bewegen darf
loper coureur LäuferPerson, die an einem Wettlauf teilnimmt, die sich laufend vorwärtsbewegt
loper passe-partout PassepartoutGeneralschlüssel, der sofort und überall in alle Schlösser passt