Nederlands
Uitgebreide vertaling voor loochenen (Nederlands) in het Frans
loochenen:
-
loochenen (ontkennen)
nier; renier-
nier werkwoord (nie, nies, nions, niez, nient, niais, niait, niions, niiez, niaient, niai, nias, nia, niâmes, niâtes, nièrent, nierai, nieras, niera, nierons, nierez, nieront)
-
renier werkwoord (renie, renies, renions, reniez, renient, reniais, reniait, reniions, reniiez, reniaient, reniai, renias, renia, reniâmes, reniâtes, renièrent, renierai, renieras, reniera, renierons, renierez, renieront)
-
-
loochenen (verloochenen; verzaken; logenstraffen)
désavouer; renier; trahir; répudier-
désavouer werkwoord (désavoue, désavoues, désavouons, désavouez, désavouent, désavouais, désavouait, désavouions, désavouiez, désavouaient, désavouai, désavouas, désavoua, désavouâmes, désavouâtes, désavouèrent, désavouerai, désavoueras, désavouera, désavouerons, désavouerez, désavoueront)
-
renier werkwoord (renie, renies, renions, reniez, renient, reniais, reniait, reniions, reniiez, reniaient, reniai, renias, renia, reniâmes, reniâtes, renièrent, renierai, renieras, reniera, renierons, renierez, renieront)
-
trahir werkwoord (trahis, trahit, trahissons, trahissez, trahissent, trahissais, trahissait, trahissions, trahissiez, trahissaient, trahîmes, trahîtes, trahirent, trahirai, trahiras, trahira, trahirons, trahirez, trahiront)
-
répudier werkwoord (répudie, répudies, répudions, répudiez, répudient, répudiais, répudiait, répudiions, répudiiez, répudiaient, répudiai, répudias, répudia, répudiâmes, répudiâtes, répudièrent, répudierai, répudieras, répudiera, répudierons, répudierez, répudieront)
-
Conjugations for loochenen:
o.t.t.
- loochen
- loochent
- loochent
- loochenen
- loochenen
- loochenen
o.v.t.
- loochende
- loochende
- loochende
- loochenden
- loochenden
- loochenden
v.t.t.
- heb geloochend
- hebt geloochend
- heeft geloochend
- hebben geloochend
- hebben geloochend
- hebben geloochend
v.v.t.
- had geloochend
- had geloochend
- had geloochend
- hadden geloochend
- hadden geloochend
- hadden geloochend
o.t.t.t.
- zal loochenen
- zult loochenen
- zal loochenen
- zullen loochenen
- zullen loochenen
- zullen loochenen
o.v.t.t.
- zou loochenen
- zou loochenen
- zou loochenen
- zouden loochenen
- zouden loochenen
- zouden loochenen
en verder
- ben geloochend
- bent geloochend
- is geloochend
- zijn geloochend
- zijn geloochend
- zijn geloochend
diversen
- loochen!
- loochent!
- geloochend
- loochenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor loochenen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
désavouer | logenstraffen; loochenen; verloochenen; verzaken | afkeuren; herroepen; terugroepen; veroordelen |
nier | loochenen; ontkennen | in tegenspraak zijn met; miskennen; niet weten te waarderen; onderschatten; onderwaarderen; refuteren; te laag inschatten; tegenspreken; verstoten; weerspreken |
renier | logenstraffen; loochenen; ontkennen; verloochenen; verzaken | verstoten; verzaken; verzuimen |
répudier | logenstraffen; loochenen; verloochenen; verzaken | afstand doen; afzien; afzweren; verstoten |
trahir | logenstraffen; loochenen; verloochenen; verzaken | aanbrengen; aangeven; klikken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden |
- | ontkennen |
Wiktionary: loochenen
loochenen
Cross Translation:
verb
-
iets tot een leugen verklaren
- loochenen → nier
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• loochenen | → contredire | ↔ gainsay — to deny; to contradict |