Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- lonen:
- loon:
-
Wiktionary:
- lonen → récompenser, valoir
- loon → salaire
- loon → salaire, récompense
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor lonen (Nederlands) in het Frans
lonen:
-
lonen
payer; salarier; rémunérer-
payer werkwoord (paye, payes, payons, payez, payent, payais, payait, payions, payiez, payaient, payai, payas, paya, payâmes, payâtes, payèrent, payerai, payeras, payera, payerons, payerez, payeront)
-
salarier werkwoord (salarie, salaries, salarions, salariez, salarient, salariais, salariait, salariions, salariiez, salariaient, salariai, salarias, salaria, salariâmes, salariâtes, salarièrent, salarierai, salarieras, salariera, salarierons, salarierez, salarieront)
-
rémunérer werkwoord (rémunère, rémunères, rémunérons, rémunérez, rémunèrent, rémunérais, rémunérait, rémunérions, rémunériez, rémunéraient, rémunérai, rémunéras, rémunéra, rémunérâmes, rémunérâtes, rémunérèrent, rémunérerai, rémunéreras, rémunérera, rémunérerons, rémunérerez, rémunéreront)
-
Conjugations for lonen:
o.t.t.
- loon
- loont
- loont
- lonen
- lonen
- lonen
o.v.t.
- loonde
- loonde
- loonde
- loonden
- loonden
- loonden
v.t.t.
- heb geloond
- hebt geloond
- heeft geloond
- hebben geloond
- hebben geloond
- hebben geloond
v.v.t.
- had geloond
- had geloond
- had geloond
- hadden geloond
- hadden geloond
- hadden geloond
o.t.t.t.
- zal lonen
- zult lonen
- zal lonen
- zullen lonen
- zullen lonen
- zullen lonen
o.v.t.t.
- zou lonen
- zou lonen
- zou lonen
- zouden lonen
- zouden lonen
- zouden lonen
diversen
- loon!
- loont!
- geloond
- lonend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor lonen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
payer | lonen | aanzuiveren; afbetalen; afrekenen; bekostigen; belonen; betalen; bezoldigen; boeten; dokken; doorbetalen; genoegdoen; honoreren; nabetalen; rekening betalen; salariëren; uitbetalen; vereffenen; verrekenen; voldoen |
rémunérer | lonen | afrekenen; belonen; betalen; bezoldigen; dokken; honoreren; salariëren |
salarier | lonen | belonen; betalen; bezoldigen; honoreren; salariëren |
Verwante woorden van "lonen":
Wiktionary: lonen
lonen
verb
-
donner une récompense, faire du bien à quelqu’un en reconnaissance de quelque service, ou en faveur de quelque bonne action.
-
Être d’un certain prix, avoir un certain mérite (sens général)
loon:
-
het loon (salaris; honorarium; bezoldiging; verdienste; gage; arbeidsloon; traktement; soldij; wedde)
le salaire; la rémunération; l'honoraire; la paie; le revenu; la paye; le traitement; la solde; la prime; la récompense; la rétribution; le gages; le cachet; l'appointements -
het loon (salaris; bezoldiging; gage; inkomen)
le salaire; la rémunération; la paye; la rétribution; le traitement; la solde; le gages; l'appointements -
het loon (salaris; inkomen uit onderneming; inkomen)
-
het loon (beloning; vergoeding)
la rémunération; le salaire; la récompense; l'honoraire; l'honoraires; la rétribution; le traitement; le gages; la prime; le cachet; l'appointements; le droit de l'inventeur -
het loon (arbeidsinkomen; salaris; inkomen)
-
het loon
Vertaal Matrix voor loon:
Verwante woorden van "loon":
Synoniemen voor "loon":
Verwante definities voor "loon":
Wiktionary: loon
loon
Cross Translation:
noun
loon
-
financiële vergoeding voor geleverde arbeid
- loon → salaire
noun
-
rémunération pour un travail.
- salaire → salaris; bezoldiging; gage; loon; traktement; verdienste; wedde
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• loon | → salaire | ↔ Lohn — Vergütung für eine geleistete Arbeit der Arbeiter |
• loon | → récompense | ↔ reward — something of value given in return for an act |
• loon | → salaire | ↔ salary — fixed amount of money paid on monthly or annual basis |
• loon | → salaire | ↔ wage — money paid to a worker |