Lichaam in het Frans vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

lichaam:
- corps; anatomie; organisation; instance; institut; organisme; organe; corps humain
Wiktionary:
- lichaam → corps
- lichaam → corps

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lichaam (Nederlands) in het Frans

het lichaam (anatomie; lijf)
le corps; l'anatomie
- corps [le ~] zelfstandig naamwoord
- anatomie [la ~] zelfstandig naamwoord
het lichaam (organisatie; instelling; instantie)
l'organisation; l'instance; l'institut; l'organisme; l'organe
- organisation [la ~] zelfstandig naamwoord
- instance [la ~] zelfstandig naamwoord
- institut [le ~] zelfstandig naamwoord
- organisme [le ~] zelfstandig naamwoord
- organe [le ~] zelfstandig naamwoord
het lichaam (menselijk lichaam)
le corps humain; le corps
- corps humain [le ~] zelfstandig naamwoord
- corps [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
anatomie	anatomie; lichaam; lijf	anatomie; ontleedkunde
corps	anatomie; lichaam; lijf; menselijk lichaam	afdeling; casco; corps; departement; detachement; hoofdtekst; korps; korpus; lijken; scheepsromp; sectie; tak
corps humain	lichaam; menselijk lichaam
instance	instantie; instelling; lichaam; organisatie	bureau; bureaumeubel; exemplaar; interpellatie; vraag
institut	instantie; instelling; lichaam; organisatie	bureau; bureaumeubel; pensionaat
organe	instantie; instelling; lichaam; organisatie	bureau; bureaumeubel
organisation	instantie; instelling; lichaam; organisatie	bureau; bureaumeubel; factie; groepering; management; organisatie; organiseren; regelen; regelingscommissie
organisme	instantie; instelling; lichaam; organisatie	bureau; bureaumeubel; organisme
-	lijf

geheel van botten, organen, spieren waaruit een mens bestaat¹
- haar hele lichaam deed pijn¹
middelste deel van een mens¹
- je armen en benen zitten vast aan je lichaam¹

lichaam

noun

lichaam

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• lichaam	→ corps	↔ body — physical structure of a human or animal
• lichaam	→ corps	↔ body — fleshly or corporeal nature of a human
• lichaam	→ corps	↔ body — any physical object or material thing
• lichaam	→ corps	↔ field — in mathematics
• lichaam	→ corps	↔ Körper — (historisch zuerst): Organismus eines Lebewesens in seiner Gesamtheit
• lichaam	→ corps	↔ Körper — bei Tier und Mensch gelegentlich auch bloß: der Rumpf