Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
autorisation
|
licentie; mandaat; procuratie; vergunning; volmacht
|
akkoord; autorisatie; fiat; geven van volmacht; goedkeuring; goedvinden; instemming; lastbrief; lastgeving; machtiging; machtigingsformulier; permissie; toelating; toestemming; volmacht; vrijbrief
|
brevet
|
brevet; licentie
|
bul; octrooi; universiteitsdiploma
|
carte blanche
|
licentie; vergunning
|
geven van volmacht; lastbrief; lastgeving; volledige procuratie; volmacht; vrijbrief
|
certificat
|
brevet; licentie
|
attest; beveiligingscertificaat; beweringsgrond; bewijs; briefje; bul; certificaat; charter; digitaal certificaat; diploma; getuigschrift; oorkonde; referentie; universiteitsdiploma
|
concession de boissons
|
licentie; vergunning
|
drankvergunning; tapvergunning
|
diplôme
|
brevet; licentie
|
bul; certificaat; charter; diploma; oorkonde; universiteitsdiploma
|
débit
|
licentie; vergunning
|
bankschuld; debet; doorvoer; doorvoercapaciteit; spreekbeurten; tekort; tekortsaldo
|
délégation
|
licentie; mandaat; procuratie; vergunning; volmacht
|
afvaardigen; afvaardiging; delegatie; delegeren; deputatie; deputeren
|
habilitation
|
licentie; mandaat; procuratie; vergunning; volmacht
|
|
licence
|
brevet; licentie; vergunning
|
liederlijkheid; vergunning; vergunningsrecht
|
licence d'exploitation d'un débit de boissons
|
licentie; vergunning
|
drankvergunning; tapvergunning
|
licence de débit de boissons
|
licentie; vergunning
|
drankvergunning; tapvergunning
|
mandat
|
licentie; mandaat; procuratie; vergunning; volmacht
|
bevel; bevelschrift; commando; geven van volmacht; lastbrief; lastgeving; machtigingsformulier; mandaat; order; postwissel; volmacht; wissel
|
ordonnance de paiement
|
licentie; mandaat; procuratie; vergunning; volmacht
|
|
permis
|
licentie; vergunning
|
entreebiljet; kaart; kaartje; pas; paspoort; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs; vergunning; vrijbrief
|
permission
|
licentie; vergunning
|
akkoord; autorisatie; bergpas; fiat; goedkeuring; goedvinden; instemming; machtiging; pas; permissie; snipperdag; toelating; toestemming; vakantie; verlof; verlofjaar; verlofpas; verloftijd; volmacht
|
pleins pouvoirs
|
licentie; mandaat; procuratie; vergunning; volmacht
|
|
pouvoir
|
licentie; mandaat; procuratie; vergunning; volmacht
|
autoriteit; autoriteiten; bevoegd zijn; bevoegdheid; gezag; gezaghebbers; heerschappij; kracht; macht; vermogen; voogdij; zeggenschap
|
procuration
|
licentie; mandaat; procuratie; vergunning; volmacht
|
autorisatie; fiat; geven van volmacht; lastbrief; lastgeving; machtiging; toestemming; verschaffing; volmacht; voorziening
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
pouvoir
|
|
iets mogen; in staat zijn; kunnen; mogen; vermogen
|
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
licence de brevet
|
licentie
|
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
permis
|
|
aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; geoorloofd; gepermitteerd; goedgekeurd; toegelaten; toegestaan; veroorloofd
|