Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. leuning:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor leuning (Nederlands) in het Frans

leuning:

leuning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de leuning (balustrade; railing)
    la balustrade; la rampe; la main courante
  2. de leuning (handsteun)
    la rampe; la main courante
  3. de leuning (rugleuning; rug; rugzijde)
    le dos; le dossier
    • dos [le ~] zelfstandig naamwoord
    • dossier [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor leuning:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balustrade balustrade; leuning; railing balkon; balkonhek; balustrade; borstwering; trapleuning; trapleuningen
dos leuning; rug; rugleuning; rugzijde bergkam; bergrug; kam; rug
dossier leuning; rug; rugleuning; rugzijde annalen; archief; dossier; file; legger; map; opbergmap; ordner; schrijfmap
main courante balustrade; handsteun; leuning; railing trapleuning; trapleuningen
rampe balustrade; handsteun; leuning; railing aanvoerweg; afgang; berm; dijkhelling; flauwe helling; glooiing; helling; inrit; oprijlaan; oprit; talud

Verwante woorden van "leuning":

  • leuningen

Wiktionary: leuning

leuning
noun
  1. Ce qui sert à soutenir une chose ou une personne pour l’empêcher de tomber, de chanceler, etc.
  2. Balustrade de fer, de... pour empêcher de tomber,

Cross Translation:
FromToVia
leuning rampe banister — the handrail on the side of a staircase
leuning rampe bannister — the handrail on the side of a staircase
leuning dossier; accoudir Lehne — Sitzmöbelteil, an den man sich anlehnen oder auf den man sich stützen kann