Nederlands
Uitgebreide vertaling voor lekken (Nederlands) in het Frans
lekken:
-
lekken (lek zijn)
se dégonfler-
se dégonfler werkwoord
-
Conjugations for lekken:
o.t.t.
- lek
- lekt
- lekt
- lekken
- lekken
- lekken
o.v.t.
- lekte
- lekte
- lekte
- lekten
- lekten
- lekten
v.t.t.
- heb gelekt
- hebt gelekt
- heeft gelekt
- hebben gelekt
- hebben gelekt
- hebben gelekt
v.v.t.
- had gelekt
- had gelekt
- had gelekt
- hadden gelekt
- hadden gelekt
- hadden gelekt
o.t.t.t.
- zal lekken
- zult lekken
- zal lekken
- zullen lekken
- zullen lekken
- zullen lekken
o.v.t.t.
- zou lekken
- zou lekken
- zou lekken
- zouden lekken
- zouden lekken
- zouden lekken
diversen
- lek!
- lekt!
- gelekt
- lekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor lekken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fuite | lek; lekken | lek; lekkage; ontsnapping; ontvluchting; uitbraak; uitbreken |
ouverture | lek; lekken | aanvang; begin; brandpuntsverhouding; bres; f-getal; gat; inzet; ontsluiten; ontsluiting; opendoen; openduwen; opening; openlegging; openmaken; openstelling; openstoten; ouverture; start |
petit trou | lek; lekken | |
trou | lek; lekken | bres; gat; kuil; luchtbuis; luchtgat; luchtkanaal; luchtkoker; oog orgaan; oogje; opening; steenkuilen; tussenuur; uithoek; uitholling; ventilatiekanaal; vrije uur |
vide | lek; lekken | gaping; hiaat; holheid; lacune; ledigheid; leegheid; leegte; leemte; luchtledige ruimte; niets; spouw; vacuüm; voosheid |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
se dégonfler | lek zijn; lekken | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
vide | inhoudsloos; ledig; leeg; loos; luchtledig; onbebouwd; onbezet; vacuum; vrij; zonder taak |
Verwante woorden van "lekken":
lekken vorm van lek:
-
lek (ondicht)
percé; crevé; non étanche-
percé bijvoeglijk naamwoord
-
crevé bijvoeglijk naamwoord
-
non étanche bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor lek:
Verwante woorden van "lek":
Wiktionary: lek
lek
Cross Translation:
noun
lek
-
opening waardoor een vloeistof of een gas in of uit kan
- lek → fuite
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lek | → à plat; dégonflé; crevé | ↔ flat — of a tyre: deflated |
• lek | → fuite; voie d'eau | ↔ leak — hole which admits water or other fluid, or lets it escape |
• lek | → fuite | ↔ leak — entrance or escape of a fluid |
Computer vertaling door derden: