Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor leidingen (Nederlands) in het Frans

leidingen:

leidingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de leidingen
    le tuyaux; la canalisations
  2. de leidingen
    la tuyauterie

Vertaal Matrix voor leidingen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
canalisations leidingen pijpleiding
tuyauterie leidingen pijpleiding
tuyaux leidingen

Verwante woorden van "leidingen":


leidingen vorm van leiding:

leiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de leiding (bestuur; directie; beheer)
    la direction; le management; le comité directeur; le gouvernement; la conduite; le cordage; la canalisation; le câble; le fil; le filet
  2. de leiding (gedrag; besturing; houding; rijrichting; plan)
    le comportement; la conduite
  3. de leiding (kabelleiding; kabel; geleiding)
    le câble; la canalisation; la conduite; le cordage; le fil; le filet
    • câble [le ~] zelfstandig naamwoord
    • canalisation [la ~] zelfstandig naamwoord
    • conduite [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cordage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fil [le ~] zelfstandig naamwoord
    • filet [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. de leiding (voorgaan; aanvoeren; aanvoering)
    la tête; la direction
    • tête [la ~] zelfstandig naamwoord
    • direction [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor leiding:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
canalisation beheer; bestuur; directie; geleiding; kabel; kabelleiding; leiding elektrische geleiding; geleiding; kanalisatie
comité directeur beheer; bestuur; directie; leiding adviescommissie; bewind; regeringsstelsel; regime; staatsbestel; stuurgroep
comportement besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden
conduite beheer; besturing; bestuur; directie; gedrag; geleiding; houding; kabel; kabelleiding; leiding; plan; rijrichting bediening; besturing; gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; met beleid; omzichtigheid; optreden
cordage beheer; bestuur; directie; geleiding; kabel; kabelleiding; leiding elektriciteitsdraad; elektrische geleiding; geleiding; schiemansgaren; snoer; snoertje
câble beheer; bestuur; directie; geleiding; kabel; kabelleiding; leiding elektriciteitsdraad; elektrische geleiding; geleiding; gelid; kabel; kabeltouw; koord; lijn; linie; rij; scheepskabel; scheepstouw; snoer; snoertje; streep
direction aanvoeren; aanvoering; beheer; bestuur; directie; leiding; voorgaan Raad van Bestuur; bediening; bedrijfsleiding; besturen; besturing; bewind; directeurschap; directie; directieteam; directoraat; hemelstreek; koers; kompasstreek; leidinggeven; leidinggevend orgaan; management; managementteam; regeringsstelsel; regime; richting; route; staatsbestel; vaarroute; windstreek
fil beheer; bestuur; directie; geleiding; kabel; kabelleiding; leiding draad; draadje; elektriciteitsdraad; elektrische geleiding; garen; geleiding; hechtdraad; hengelsnoer; koord; rijgsnoer; snoer; snoertje; vislijn; vissnoer
filet beheer; bestuur; directie; geleiding; kabel; kabelleiding; leiding bies; draad; elektriciteitsdraad; filet; filetstuk; garen; haasfilet; haasje; hechtdraad; net; netwerk; sliert; slingervormig ding; snoer; snoertje; strook; tennisnet; tongriem; valnet
gouvernement beheer; bestuur; directie; leiding autoriteiten; bewind; gezag; gouvernement; gouverneurschap; kabinet; landsregering; landvoogdij; openbaar gezag; overheid; regering; regeringsstelsel; regime; rijksbestuur; staatsbestel; staatsbestuur
management beheer; bestuur; directie; leiding Raad van Bestuur; bedrijfsleiding; beleid; bewind; directie; management; met beleid; omzichtigheid; regeringsstelsel; regime; staatsbestel
tête aanvoeren; aanvoering; leiding; voorgaan aanvoerster; baas; bol; chef; hoofd; hoofd van een mens; kop; kopzin; leidster; leidsvrouw; meerdere; meester; patroon; superieur; voorman; voorvrouw; werkbaas
- bestuur

Verwante woorden van "leiding":


Synoniemen voor "leiding":


Verwante definities voor "leiding":

  1. wie zegt wat er moet gebeuren1
    • de leiding van deze ploeg heeft een fout gemaakt1
  2. draad of buis waardoor iets een bepaalde richting uit gaat1
    • de waterleiding is bevroren1
  3. het zeggen wat er moet gebeuren1
    • hij geeft leiding aan deze ploeg1

Wiktionary: leiding

leiding
Cross Translation:
FromToVia
leiding tuyau; conduit; canalisation duct — a pipe, tube or canal which carries air or liquid from one place to another