Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. leerjongen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor leerjongen (Nederlands) in het Frans

leerjongen:

leerjongen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de leerjongen (kwekeling)
    l'apprenti; le stagiaire; le mousse; la pupille
    • apprenti [le ~] zelfstandig naamwoord
    • stagiaire [le ~] zelfstandig naamwoord
    • mousse [le ~] zelfstandig naamwoord
    • pupille [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de leerjongen
    l'apprenti

Vertaal Matrix voor leerjongen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apprenti kwekeling; leerjongen Benjamin; iemand die stage loopt; jonge leerling; jongmaatje; jongste bediende; jongste leerling; krullenjongen; pupil; stagiair
mousse kwekeling; leerjongen bruis; iemand die stage loopt; jongmaatje; kajuitsjongen; scheepsjongen; schuim; stagiair; uitvaagsel
pupille kwekeling; leerjongen iemand die stage loopt; jonge leerling; jongmaatje; leerling; pupil; scholier; stagiair
stagiaire kwekeling; leerjongen iemand die stage loopt; jongmaatje; stagiair
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apprenti aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige

Verwante woorden van "leerjongen":

  • leerjongens

Wiktionary: leerjongen

leerjongen
noun
  1. Celui, celle qui apprendre un métier.

Cross Translation:
FromToVia
leerjongen apprenti apprentice — trainee, especially in a skilled trade