Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. leefbaarheid:
  2. leefbaar:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor leefbaarheid (Nederlands) in het Frans

leefbaarheid:

leefbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de leefbaarheid (kwaliteit van leven)
    la qualité de vie

Vertaal Matrix voor leefbaarheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
qualité de vie kwaliteit van leven; leefbaarheid levenskwaliteit

Verwante woorden van "leefbaarheid":


Wiktionary: leefbaarheid

leefbaarheid
noun
  1. Perception qu’a un individu de sa place dans l’existence, dans le contexte de la culture et du système de valeurs dans lesquels il vit, en relation avec ses objectifs, ses attentes, ses normes et ses inquiétudes. Il s’agit d’un large champ conceptuel, englobant de manière complexe la santé physique de la personne, son

leefbaarheid vorm van leefbaar:

leefbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. leefbaar
    vivable; habitable

Vertaal Matrix voor leefbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
habitable leefbaar bewoonbaar
vivable leefbaar

Verwante woorden van "leefbaar":