Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. landbouwer:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor landbouwer (Nederlands) in het Frans

landbouwer:

landbouwer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de landbouwer (boer)
    le fermier; l'agriculteur; le cultivateur; le paysan
  2. de landbouwer

Vertaal Matrix voor landbouwer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agriculteur boer; landbouwer agrariër; akkerbouwer; boer
cultivateur boer; landbouwer agrariër; akkerbouwer; boer; kweker; producent; producer; teler; tuinbouwer; tuinder
fermier boer; landbouwer agrariër; boer; boerenkinkel; pachter
paysan boer; landbouwer agrariër; boer; boerenkinkel; landbewoner; onbeschofte man
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
exploitant agricole landbouwer

Verwante woorden van "landbouwer":

  • landbouwers

Wiktionary: landbouwer

landbouwer
Cross Translation:
FromToVia
landbouwer fermier; agriculteur; cultivatrice; cultivateur; fermière; agricultrice farmer — person who works the land or who keeps livestock
landbouwer paysan; paysanne peasant — member of the agriculture low class