Nederlands
Uitgebreide vertaling voor lamenterend (Nederlands) in het Frans
lamenterend:
-
lamenterend (jeremiërend; klagend; jammerend; klaaglijk; weeklagend; klagelijk)
se plaignant; gémissant; pleurant; se lamentant-
se plaignant bijvoeglijk naamwoord
-
gémissant bijvoeglijk naamwoord
-
pleurant bijvoeglijk naamwoord
-
se lamentant bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor lamenterend:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gémissant | jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; lamenterend; weeklagend | beklagend; chagrijnig; gemelijk; humeurig; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig; knorrig; negatief; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; zeurderig |
pleurant | jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; lamenterend; weeklagend | |
se lamentant | jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; lamenterend; weeklagend | |
se plaignant | jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; lamenterend; weeklagend |
lamenterend vorm van lamenteren:
-
lamenteren
se lamenter-
se lamenter werkwoord
-
Conjugations for lamenteren:
o.t.t.
- lamenteer
- lamenteert
- lamenteert
- lamenteren
- lamenteren
- lamenteren
o.v.t.
- lamenteerde
- lamenteerde
- lamenteerde
- lamenteerden
- lamenteerden
- lamenteerden
v.t.t.
- heb gelamenteerd
- hebt gelamenteerd
- heeft gelamenteerd
- hebben gelamenteerd
- hebben gelamenteerd
- hebben gelamenteerd
v.v.t.
- had gelamenteerd
- had gelamenteerd
- had gelamenteerd
- hadden gelamenteerd
- hadden gelamenteerd
- hadden gelamenteerd
o.t.t.t.
- zal lamenteren
- zult lamenteren
- zal lamenteren
- zullen lamenteren
- zullen lamenteren
- zullen lamenteren
o.v.t.t.
- zou lamenteren
- zou lamenteren
- zou lamenteren
- zouden lamenteren
- zouden lamenteren
- zouden lamenteren
diversen
- lamenteer!
- lamenteert!
- gelamenteerd
- lamenterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor lamenteren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
se lamenter | lamenteren | jammeren; jeremiëren; klagen; kreunen; misnoegen uiten; over iets mopperen; steunen; weeklagen; zich beklagen |
Computer vertaling door derden: