Nederlands

Uitgebreide vertaling voor labieler (Nederlands) in het Frans

labiel:

labiel bijvoeglijk naamwoord

  1. labiel (geestelijk onstabiel)
    labile; instable; vacillant; branlant; chancelant; inconstant; peu résistant; avec inconstance

Vertaal Matrix voor labiel:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avec inconstance geestelijk onstabiel; labiel insolide
branlant geestelijk onstabiel; labiel bouwvallig; gammel; krakkemikkig; krakkemikkige; ruïneus; waggelend; wankel; zwak
chancelant geestelijk onstabiel; labiel fluctuerend; gammel; heen en weer bewegend; krakkemikkig; los; onvast; rank; schommelend; waggelend; wankel; wankelbaar; wankelend; wiebelend; zwak
inconstant geestelijk onstabiel; labiel dun van gestalte; gammel; grillig; krakkemikkig; mager; nukkig; onberekenbaar; onbestendig; onstabiel; onvoorspelbaar; rank; variabele; veranderlijk; waggelend; wankel; wispelturig; wisselvallig; zwak
instable geestelijk onstabiel; labiel gammel; grillig; halfslachtig; inconsistent; insolide; krakkemikkig; nukkig; onberekenbaar; onstabiel; onstandvastig; onvoorspelbaar; twijfelmoedig; veranderlijk; waggelend; wankel; wankelmoedig; wispelturig; zwak
labile geestelijk onstabiel; labiel insolide; onstabiel
peu résistant geestelijk onstabiel; labiel
vacillant geestelijk onstabiel; labiel fluctuerend; halfslachtig; heen en weer bewegend; los; onstandvastig; onvast; rank; schommelend; twijfelmoedig; waggelend; wankel; wankelbaar; wankelend; wankelmoedig; wiebelend; wiebelig

Verwante woorden van "labiel":

  • labieler, labielere, labielst, labielste, labiele