Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kwijlen (Nederlands) in het Frans
kwijlen:
-
kwijlen (zeveren)
baver; bavarder; papoter; radoter; bredouiller; rabâcher; jacasser; caqueter; parler dans le vide-
baver werkwoord (bave, baves, bavons, bavez, bavent, bavais, bavait, bavions, baviez, bavaient, bavai, bavas, bava, bavâmes, bavâtes, bavèrent, baverai, baveras, bavera, baverons, baverez, baveront)
-
bavarder werkwoord (bavarde, bavardes, bavardons, bavardez, bavardent, bavardais, bavardait, bavardions, bavardiez, bavardaient, bavardai, bavardas, bavarda, bavardâmes, bavardâtes, bavardèrent, bavarderai, bavarderas, bavardera, bavarderons, bavarderez, bavarderont)
-
papoter werkwoord (papote, papotes, papotons, papotez, papotent, papotais, papotait, papotions, papotiez, papotaient, papotai, papotas, papota, papotâmes, papotâtes, papotèrent, papoterai, papoteras, papotera, papoterons, papoterez, papoteront)
-
radoter werkwoord (radote, radotes, radotons, radotez, radotent, radotais, radotait, radotions, radotiez, radotaient, radotai, radotas, radota, radotâmes, radotâtes, radotèrent, radoterai, radoteras, radotera, radoterons, radoterez, radoteront)
-
bredouiller werkwoord (bredouille, bredouilles, bredouillons, bredouillez, bredouillent, bredouillais, bredouillait, bredouillions, bredouilliez, bredouillaient, bredouillai, bredouillas, bredouilla, bredouillâmes, bredouillâtes, bredouillèrent, bredouillerai, bredouilleras, bredouillera, bredouillerons, bredouillerez, bredouilleront)
-
rabâcher werkwoord (rabâche, rabâches, rabâchons, rabâchez, rabâchent, rabâchais, rabâchait, rabâchions, rabâchiez, rabâchaient, rabâchai, rabâchas, rabâcha, rabâchâmes, rabâchâtes, rabâchèrent, rabâcherai, rabâcheras, rabâchera, rabâcherons, rabâcherez, rabâcheront)
-
jacasser werkwoord (jacasse, jacasses, jacassons, jacassez, jacassent, jacassais, jacassait, jacassions, jacassiez, jacassaient, jacassai, jacassas, jacassa, jacassâmes, jacassâtes, jacassèrent, jacasserai, jacasseras, jacassera, jacasserons, jacasserez, jacasseront)
-
caqueter werkwoord (caquette, caquettes, caquetons, caquetez, caquettent, caquetais, caquetait, caquetions, caquetiez, caquetaient, caquetai, caquetas, caqueta, caquetâmes, caquetâtes, caquetèrent, caquetterai, caquetteras, caquettera, caquetterons, caquetterez, caquetteront)
-
parler dans le vide werkwoord
-
Conjugations for kwijlen:
o.t.t.
- kwijl
- kwijlt
- kwijlt
- kwijlen
- kwijlen
- kwijlen
o.v.t.
- kwijlde
- kwijlde
- kwijlde
- kwijlden
- kwijlden
- kwijlden
v.t.t.
- heb gekwijld
- hebt gekwijld
- heeft gekwijld
- hebben gekwijld
- hebben gekwijld
- hebben gekwijld
v.v.t.
- had gekwijld
- had gekwijld
- had gekwijld
- hadden gekwijld
- hadden gekwijld
- hadden gekwijld
o.t.t.t.
- zal kwijlen
- zult kwijlen
- zal kwijlen
- zullen kwijlen
- zullen kwijlen
- zullen kwijlen
o.v.t.t.
- zou kwijlen
- zou kwijlen
- zou kwijlen
- zouden kwijlen
- zouden kwijlen
- zouden kwijlen
diversen
- kwijl!
- kwijlt!
- gekwijld
- kwijlend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
kwijlen
Vertaal Matrix voor kwijlen:
Verwante woorden van "kwijlen":
Wiktionary: kwijlen
kwijlen
Cross Translation:
verb
kwijlen
-
een vloed van speeksel dat uit de mond loopt
- kwijlen → baver
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kwijlen | → baver | ↔ dribble — to let saliva drip from the mouth |
• kwijlen | → baver | ↔ drivel — to have saliva drip from the mouth |
• kwijlen | → baver | ↔ slaver — to drool saliva |
• kwijlen | → baver | ↔ slobber — To allow saliva or liquid to run from one's mouth |
• kwijlen | → baver | ↔ geifern — Speichel aus dem Mund fließen lassen |
kwijl:
-
de kwijl (speeksel; spog; spuug)
-
de kwijl (slijmachtig speeksel)
Vertaal Matrix voor kwijl:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bave | kwijl; slijmachtig speeksel; speeksel; spog; spuug | slijm |
crachats | kwijl; speeksel; spog; spuug | sputum |
salive | kwijl; speeksel; spog; spuug |